noordpolderzijl

noordpolderzijl

zondag 12 maart 2023

re:”die winter is vergangen”

De smartphone hield niet op met piepen de afgelopen dagen, allemaal reacties op mijn vorige blog met als titel “die winter is vergangen”. Een paar taalpuristen meenden de gehanteerde spelling te moeten aanvechten, meestal viel men overhet ontbreken van de H, zoals “vergangen” in plaats van “verganghen”, maar ook “genoeglijk” op de plek van “ghenoechlic” met als toppunt het schrijven van “woudvogelkein” dat volgens ene E te W absoluut “woutvoghelkijn” zou moeten zijn. Wie heeft er gelijk? Da’s simpel: alle partijen. Het heeft namelijk te maken met het jaartal dat men aan het liedje koppelt. Onder mijn liedje noteerde ik 1833, E te W gaf het jaar 1537 aan. De Nederlandse taal is al eeuwen aan verandering onderhevig. En dan hebben we het nog niet gehad over de verschillende varianten van het lied. Wat vind je van de onderstaande versie:

De winter is verganghen
ick sie des meys virtuyt
ick sie de loovers hanghen
de bloemkens staen in 't cruyt
seer wijt dat sy ontluycken
sy staen in haer saysoen
de cruyden lustich ruycken
de mey staet schoon en groen.

Florimond van Duyse heeft in 1903 een schitterend boek geschreven met als titel “Het oude Nederlandsche lied (deel 1). Op bladzijde 341 bespreekt hij de verschillende varianten van dit verschken. Nalezen? Klikkerdeklik. Overigens worden er in dit boek nog veel andere Oudnederlandse liederen besproken. Geheel off-topic: even genoeg tegeltjes!


woensdag 8 maart: @ nieuw-heeten

Maandag Puzzel uit de stal gehaald, moest namelijk deze week getaxeerd worden voor de verzekering. Rij ik het ding in de prak, krijgen we de vervangingswaarde uitgekeerd en niet de veel lagere dagwaarde. Waarde is erg weinig gedaald in drie jaar. Mooi meegenomen. Kreeg tijdens het rijden in het bussie de kriebels, dus thuis aangekomen zag W het al aan mijn neus. “Ga maar, maar wel een potje jam meenemen en het fietsje bij de fietsenboer afleveren”, dus verplicht naar Nieuw-Heeten, camperplaats de Sploder Stea.

Gewoon niks doen en kijken of alle systemen nog werken. Het aankomsttijdstip was nog niet alcoholhoudend maar een potje opgietkoffie is soms net zo lekker. Later werd het vanzelf beer o'clock. Je kunt natuurlijk ook zo doen als een stelletje Duitsers die we vorig jaar tegenkwamen: "Wir trinken nur wenn die Uhr zweistellig ist", dus vanaf tien uur 's ochtends hoorde je regelmatig "plop!" Stond in mijn eentje op de camperplaats. De traditionele bami (met een kipfiletje) van de Aldi was goed binnen te houden.

donderdag 9 maart: @ home

Vannacht heeft de camper de waterdichtheidstest gehad. H20 heb ik in verschillende gedaanten gezien: gasvormig (mist), vloeibaar (regen), vaste vorm (natte sneeuw) en druppels (condens). Aan het gebonk op het dak te horen zat er ook nog een schot hagel bij. En koud? Och, kacheltje kan het wel aan. Was alleen niet zo’n goed idee om dat attribuut vannacht uit te zetten: zelfs met drie dekbedden en een lange onderbroek was het vanmorgen vroeg best frisjes (3 graden wees de thermometer aan – binnentemperatuur wel te verstaan). Wist wel dat wollen lange onderbroeken behoorlijk kunnen kriebelen, maar neem van mij aan dat zo’n halfsynthetisch geval er ook wat van kan. € 15,00 all-in (voor één persoon, elke neus meer kost € 2,50) en natuurlijk een paar flappen voor de blauwedruivengelei met kruisbessen; het bevoegd gezag is ook weer tevreden. Moest wel naar huis in verband met een vergadering van de routecommissie van de Lichtenvoorde Avondvierdaagse.

vrijdag 10 tot zondag 12 maart: @ bentelo

De Bentelosche Es stond wel genoteerd in de overvolle agenda, maar niet na mijn dagje vrijwilligerswerk op het Achterhoeks Openluchtmuseum (met als ondertitel “Ervaar het oude boerenleven op Erve Kots”). Zal daar binnenkort eens een pagina aan besteden.

Eigenlijk was het vrijdag helemaal geen campingweer: een ouderwetse sneeuwstorm. Toch maar gegaan omdat het weer op zaterdag helemaal zou opklaren en de opdracht van Hare Behaaglijkheid was “fiets ophalen en uitproberen”. Om je een idee te geven van het verschil in weer deze dagen twee foto’s, eentje van vrijdag en een van zaterdag. Opdracht: zoek de verschillen. De vrijdag stond dus in het motto van “het is weer knus in de bus”. Tussen twee sneeuwbuien in kwam John, de eigenaar, nog even buurten. Normaal doen we dat buiten, maar vandaag heb ik hem maar de warmte van ons Puzzeltje ingetrokken. Gesproken over de (opnieuw gestegen) prijs van € 18,50. Wordt wat aan gedaan: stroom wordt binnenkort op basis van verbruik afgerekend en “aan jouw gezeur over de toeristenbelasting gaan we ook wat doen”. Schijnt allemaal geregeld te worden via een aanmeldzuil alla Camperplaats Appelscha. Goed gesprek dus. Macaroni uit de thuisvriezer meegenomen. Vrieskast moet leeg voor we aan onze voorjaarsreis beginnen (begin april). Na een vorige reis kwamen we bij terugkeer een verrassing tegen: stroomstoring gehad, je wilt niet weten wat je dan aantreft in zo’n ik-was-een-tijdje-geen-ijskast-meer. Erg? Och, viel wel mee: volgens W waren het allemaal spullen die we toch al niet zo lekker vonden.

Na de koude-ervaring van de nacht van woensdag op donderdag toch het kacheltje maar op standje-voorzichtig gezet, waardoor het zaterdagochtend een stuk behaaglijker was bij het opstaan (13 in plaats van 3 hele graden binnentemperatuur). Opdracht was om de gerepareerde fiets aan een grondige test te onderwerpen. Komoot en ik hadden daarvoor een leuke route in elkaar geprutst. We komen al jaren in Bentelo, maar altijd (dus ook deze keer) weten we een fietstocht te maken over voornamelijk ongebaande paden. Eindpunt vandaag was Huize Weldam. Wel eens eerder geweest, maar toen kwam ik van een andere kant. De website van Landgoed Weldam vertelt het volgende: Weldam, gelegen in de schitterende bosrijke omgeving van zuid-west Twente in de gemeente Hof van Twente, is één van de grotere landgoederen van Oost-Nederland. Het eeuwenoude landgoed, met het kasteel en tuinen als middelpunt, bestaat uit bossen, akkers, weilanden, beken, karakteristieke lanen, monumentale huizen en boerderijen. Aan de luiken, geschilderd in de kleuren zwart en geel kan men herkennen dat men te maken heeft met een gebouw van het landgoed.”

Weldam is al behoorlijk oud, het “erve en goed” wordt voor het eerst genoemd aan het eind van de veertiende eeuw. In het huisarchief bevindt zich een document uit 1389. Nee, ik kan het niet lezen en/of vertalen.

Mooi fietstochtje, af en toe een beetje glad op de weg en soms een beetje sneeuw van boven (nattigheid die van de takken viel). Fiets helemaal goedgekeurd. De meest beoefende sport van de tegenwoordige camperaar is ongetwijfeld de omgeving verkennen met de elektrische fiets, dus waarom zou ik me daaraan niet conformeren? Paar foto’s getrokken (uitdrukking van onze zuiderburen), eentje ervan is net een kunstwerk.




Terug op het basiskamp moest er nog wat geknutseld worden aan routes die in juni van dit jaar weer de basis moeten vormen voor een kleine week wandelplezier. Kan goed met een uitstekende wifiverbinding hier op de camperplaats. Komt natuurlijk ook omdat we maar met 5 units staan dus de bandbreedte hoeft niet ernstig gedeeld te worden. Ook vanavond werd er iets uit de thuisvriezer genuttigd: erwtensoep met veel worst. Heb wel eens slechter gegeten. Kacheltje aan, een paar Marokkofilmpjes kijken en het was weer erg gezellig met mezelf.

En voor je het weet is het weer zondag, tijd om terug te gaan naar het stenen thuis. Komende week staat Puzzel bij de camperdokter voor wat kleine (en grote) reparaties en een opbouwcontrole. Ik laat van me horen. Kilometerstanden zijn niet interessant (geen echte afstanden) en temperaturen niet om naar huis te schrijven. Halen we later allemaal wel weer in.



woensdag 8 maart 2023

die winter is vergangen

Nou ja: bijna dan, het duurt nog even voor we “des meien schijn” zien. Voor de cultuurbarbaren die niet weten waar ik het over heb hieronder de tekst van het eerste couplet:

Die winter is vergangen
Ik zie des meien schijn
Ik zie die bloemkens hangen
Des is mijn hart verblijd
Zo ver aan genen dale
Daar is ’t genoeglijk zijn
Daar zinget die nachtegale
Also menig woudvogelkein.



Even voor je opgezocht en het volgende gevondentekst naar het handschrift van Weimar, 1537; uit Hoffmann von Fallersleben, Niederländische Volkslieder, 1833; melodie uit luitboek van Thysius, ca. 1600.

Ik weet het: alweer een winter dichter bij de dood. Oftewel: we hebben nog meer verleden dan toekomst opgebouwd de laatste maanden. Inmiddels wel oud en lummelig, maar nog niet zover dat we al aan de rollator moeten. Alhoewel, het begint er al wel een beetje op te lijken wanneer we het weer eens over “vroeger” hebben. Afgelopen maanden mijn eigen blog maar eens (terug)gelezen. Wat hebben we sinds 2014 veel gedaan met ons busje. Regelmatig kwamen er herinneringen boven: van dat oh-ja-type, maar ook af en toe kwam mijn eigen verhaal me als totaal nieuw voor.

Wat een lange intro! Eigenlijk wil ik alleen maar zeggen: busje staat weer voor de deur, het camperjaar kan weer beginnen. En over heden en toekomst gesproken: bus stond in november nog maar net een dag op stal of we kregen post van de Dela (draagt elkanders lasten – onderschrift: draagt vooral de lasten van de Dela) met een special, onderwerp “alles over de kist”. Hebben die jongens haast of zo? Jammer boys, ben nog net niet in ontbindende staat. We gaan er nog maar een jaartje tegenaan. In 2023 wordt ons uitgangspunt wanneer je je realiseert dat er niets ontbreekt, is de hele wereld van jou” (Lao Tse). Vooruit nog zo’n kreet: “we gaan verreikend verrijkend nieuwe horizonnen verkennen” (ook gejat). Denk daar maar eens over na. En nu we toch filosofisch bezig zijn: “de enige tanks die we nodig hebben zijn biertanks” (Frans Miggelbrink, Gelderlander 4/11/2022). Ik weet het: we hebben de meeste jaren gehad en misschien zijn we op tijd dood, zodat we de totale ondergang van onze planeet niet meer mee hoeven te maken.

In 2020 schreef ik “heb gisteren gelezen dat een man van 70 nog een levensverwachting heeft van 15,3 jaar. Dus ik heb nog even te gaan, theoretisch dan. En ik ben nog lang geen 70. Duurt nog drie maanden of zo. Nog 15,5 jaar feest, het kan niet op”. Inmiddels zijn we weer een paar jaar verder. Heb onlangs opnieuw mijn “verwachte sterftemaand” laten uitrekenen. Schijn volgens de statistieken in mei 2036 de pijp uit te gaan, dus volgens de boekjes is er weer een jaar bijgekomen (Cijfers zijn op basis van de laatste door het CBS gepubliceerde “resterende levensverwachting voor de Nederlandse bevolking” en absoluut geen rekening houdend met levensstijlen: gemiddelden weet je wel. Natuurlijk stel je dan de vraag “hoe kan het dat de levensverwachting hoger wordt naarmate je ouder wordt?” Het antwoord is eigenlijk simpel: Mensen kunnen sterven op alle leeftijden, maar iemand die 50 jaar oud is kan niet meer sterven op een leeftijd jonger dan 50 jaar. Iemand die één jaar oud is kan nog wel op een jongere leeftijd sterven. Daarom is de levensverwachting van iemand die ouder is hoger dan die van iemand die jonger is De oudere persoon heeft al laten zien dat hij niet op jongere leeftijd zal sterven. Simpel toch? Volgens mij laat bijgaand grafiekje wat andere getallen zien.

Niks gedaan de afgelopen maanden? Zeker wel! W is inmiddels met haar Spaanse les dusdanig gevorderd dat ze zonder haperen “Pernoctar aqui en autocaravana?” kan produceren. Dus moeten we dit jaar wel naar Spanje toe, ook omdat dat land voor ons acojonante is. Nog serieus plannen gehad om een deel van de winter in een warm land door te brengen, zelfs Sri Lanka werd korte tijd onderwerp van ernstige gesprekken, maar verplichtingen die riepen en vooral vliegschaamte maakten een voortijdig einde aan onze dromen. Achteraf gezien maar goed ook dat we niet hebben geboekt, we zouden vanwege onze “ongesteldheid” niet hebben kunnen vliegen. Op zondag 18 december mochten we naar een toneelvoorstelling van twee van onze kleinkinderen, je weet wel: zo’n bijeenkomst met een very hoog snottebellengehalte. Op dinsdag 20 december had ik een uitje met de vrijwilligers van het museum: ander museum bezoeken, drankje/hapje/plantje/cadeaubon, gewoon zo’n eindejaarsdankjewelceremonie. De avond heb ik nog gehaald, daarna vier weken in de lappenmand (W volgde een paar dagen later). Dus Kerst en de jaarwisseling bestond voornamelijk uit een concert van twee hoestende oudjes. Al die feestdagen dus in gepaste quarantaine doorgebracht, terwijl zuslief jaloersmakende vakantiefolderwaardige foto’s stuurde uit een warm en zonnig (camper-)Spanje.


Broertje deed het later nog eens flink over  met foto’s (van vooral kikkers) uit Costa Rica. Misschien toch maar eens van ons geloof afvallen en gaan overwinteren? Gelukkig hadden we tijd genoeg om taalspelletjes te doen met als centraal thema: hoofdlettergebruik bij zaken rond de feestdagen. Bijvoorbeeld De kerstman is een verklede man die doet of hij de Kerstman is en onder de Kerstster kerstkransjes eet terwijl hij een blik werpt op het Kerstkind. Het zijn koude dagen die kerstdagen, maar op Eerste en Tweede Kerstdag schijnt de zon een paar uur, terwijl de kerststerren proberen rood te worden en de kerstkaarten aan een lang touw gewasknijperd zijn. De paashaas is een fictieve haas die rond Pasen actief is.” Is er enige logica in te ontdekken? En voor de rest was de R in de maand, de R van Regenachtig, Retekoud en Rotwind.


Geen positieve dingen te melden? Best wel! Afgelopen winter vierden we onze Eerste Zoendag. Inmiddels was die toe aan de vijftigste verjaardag. En om volledig te zijn: eind dit jaar zijn we dan ook vijftig jaar getrouwd. Nee, geen verdere details. Of er een herdenkingsmoment komt is ook nog niet geheel duidelijk. Eigenlijk is het wel goed zo. Ik memoreerde het al eens eerder: “Het beste stuk huisraad is een goed wijf” en dat waren ooit de woorden van onze wijze Jacob Cats. Nog een extra feest: we hebben dit jaar een bigi yari of bigiyari, dat is een Surinaams feest dat vooral binnen de Creoolse gemeenschap gevierd wordt. Bigi yari wordt gevierd als iemand een speciale verjaardag viert, W wordt in juli 70 dus (dank Margot voor de tip).

Nog plannen voor het komend jaar? Genoeg! We bouwen het langzaam maar zeker op met als knaller een groepscamperreis naar Marokko in het najaar. Een reis van 40 dagen met als extra een paar dagen aan- en een paar dagen afreis. Binnenkort meer info in dit theater. Voorlopig dus op naar het voorjaar: Puzzel moet eerst even (opnieuw) getaxeerd worden voor de verzekering, daarna krijgen we weer zo’n 1000-Eurodag bij de camperdokter (twee nieuwe verduisteringsgordijnen, waarschijnlijk een nieuw dakraam en wat klein grut zoals een dopje hier en een gaskeuring daar). Luidt het gezegde niet “alles aan boord is stuk, het moet alleen nog gebeuren….”? Na de onderhoudsbeurt een beetje uitproberen en dan de voorjaarsreis. Vooruit: we zingen het tweede couplet:

Ik wil den mei gaen houwen
Al in dat groene gras
Ende schenken mijn lief die trouwe
Die mij die lieveste was
Ende bidden, dat zij wil komen
Al voor haar vensterken staan
Ende ontvangen den mei met bloemen
Hij is so welgedaan

Ook dit jaar zal ik je op de hoogte blijven houden van al onze belevenissen (en uiteraard mijn zieleroerselen en soms vreemde, soms vunzige gedachten). Mijn blog wordt gelezen, zelfs in de wintertijd. Op 1 maart werd klik nummer 45.000 op deze site geregistreerd, met andere woorden: 45.000 keer is er een verhaaltje gelezen. Vroeg W: “hoeveel van die klikken zijn er van jou?” Noppes, nada, niente: heb het telwerk “eigen bezoeken” lamgelegd, dus het doorworstelen van al mijn 689 vorige verhaaltjes heeft deze winter geen invloed gehad op het bezoekersaantal. Kreeg laatst van iemand te horen dat zij vooral de tegeltjes zo leuk vond, houden we die er nog een jaar in, samen met veel foto’s voor trouwe fotokijkster C te L. Voor vandaag genoeg geluld. Sluiten we af met de wijze woorden van ene Stephan Remmler: alles hat ein Ende nur die Wurst hat zwei”.