noordpolderzijl

noordpolderzijl

woensdag 2 november 2022

en weer een camperjaar voorbij

Nog even één keer met Puzzel op stap, 22 graden achter in oktober kun je niet maar zo straffeloos aan je voorbij laten gaan. De laatste keer de stoel naar buiten en het seizoen op gepaste wijze afsluiten. Daarna tijd om de bus op te hokken en te schorsen tot het voorjaar zich weer aandient.



zondag 30 oktober: @ zwillbrock

Zwillbrock, in de driehoek Groenlo-Eibergen-Vreden, is een Duits grensplaatsje en staat bekend om het Zwillbrocker Venn en zijn broedende flamingo’s. Heb er al eens eerder over geschreven. Een deel van de parkeerplaats is bestemd voor Wohnmobile. Al jaren gratis, maar er vindt een verbouwing plaats: er komen stroompalen en de cp wordt “gebührenpflichtig”. Het bord staat er al, maar er wordt nog niet verteld hoe je kunt en/of moet betalen. Weer een gratis plekje aan het verdwijnen dus. Maar vandaag schijn ik nog voor niets te staan, stroom is er ook nog niet. Koelkast op gas: houdt het bier ook koud. 

Turfstekerij is de oorzaak van het ontstaan van het Zwillbrocker Venn. De omgeving is al vele duizenden jaren bewoond: bodemvondsten wijzen op de aanwezigheid van de mens in de oude steentijd, zo’n 10.000 voor het begin van onze jaartelling. De flamingo’s zijn inmiddels vertrokken, de kokmeeuwen hoor ik nog in de verte krijsen (volgens betrouwbare bronnen schijnen er af en toe 16.000 van die schijtertjes te zijn). Kortom: het is rielekst (relaxed, relaxt?) hier en goed uit te houden en alle tijd om het afgelopen camperjaar eens grondig te evalueren. W had intussen andere zaken aan haar hoofd, iets met een hond van een vriendin uitlaten of zo. 

Goed uit te houden. Tenminste, als ik het volgende zinnetje uit mijn hoofd kan zetten: Dit bedrag moeten wij in rekening brengen om onder andere ons personeel en andere kosten te dekken”, iets wat ik op een website van een hotel tegenkwam. Er ontstaan altijd (vunzige) plaatjes in mijn hoofd bij dit soort uitspraken. Fijn overigens dat we het afgelopen jaar besloten hebben om niet voor een nieuwe camper te gaan, je weet wel: een nieuwe camper betekent de afgelopen Coronajaren maximaal betalen voor minimale ruimte. Mede dank zij ons vriendje Poetin (op dit moment misschien wel het scherpste mes in de bestekbak) is het uit met de brandstofpret en het tanken van een klein plasje diesel is ongeveer een aderlating portemonneetechnisch gezien. Nog even en we betalen € 3,00 voor een litertje van dat stinkende vocht, kost elke kilometer alleen aan brandstof al 30 eurocent. Denk dat binnenkort tweedehandscampers goedkoper zijn dat nieuwe e-bikes. Neemt niet weg dat we dit jaar weer op het aantal kilometers zitten die we in het voor-Coronatijdperk wegrolden. Je weet dat ik van de spreadsheetjes ben, kijk maar naar bijgaand overzicht. Je moet je je toch vermaken wanneer het om kwart over vijf ’s avonds al begint te “donkeren”. Wintertijd hè? Zon op/onder: 07:23/17:09 (gegevens Zwillbrock). Foto hiernaast is Poetin, gemaakt door kleinzoon Q in het kader van Halloween. 

 

begin

gereden

2014

27.000

17.586

2015

44.586

19.897

2016

64.483

18.907

2017

83.390

22.510

2018

105.900

19.100

2019

125.000

21.952

2020

146.952

8.921

2021

155.873

13.227

2022

169.100

19.990

2023

189.090

 

Dan in een ander spreadsheet de laatste overnachting in de camper dit jaar bijgeboekt. 163 keer hebben we in 2022 ons moede hoofd neergevlijd op een camperkussen, 139 keer met zijn tweetjes en in 15 % van de overnachtingsgevallen was ik alleen. Als je dan weet dat dit jaar 365 nachten telde kun je gemakkelijk uitrekenen dat ik 44,65 % van het jaar in/met/rond de camper heb doorgebracht, waarbij de twee rijdagen naar en van de wintersport niet meegerekend zijn. Merendeel van de tijd op betaalde camperplekken gestaan (36 %) en slechts 9 keer (5,5 %) gratis en voor niks overnacht. Voldoende cijfermateriaal voorlopig. De bus is inmiddels schoon en leeg en gaat voor een paar maanden zijn hok in. W vroeg zich laatst af waarom een mens zoveel geld uitgeeft om ontzettend oncomfortabel te leven: de een in een vochtige tent, een ander in een gammel bootje en wij in onze (krappe) camper: een paar vierkante meter, terwijl alleen de slaapkamer van ons huis wel vijf keer meer ruimte heeft. Waarom zoekt een mens het ongemak op, terwijl hij thuis alles heeft om ontzettend comfortabel te leven? Denk maar eens aan een grote kleuren tv, een fantastische internetverbinding en in de keuken vier pitten, een oven, een magnetron, een airfryer en niet te vergeten een kraan waar onbeperkt warm water uit komt (dus niet de meter van de watertank in de gaten hoeven houden en uur vóór de afwas het knopje van de Trumaboiler op de juiste stand zetten). Hoop dat ze in het komend jaar niet veel van die vreemde gedachten heeft, anders hebben we nog een groot probleem. Eigenlijk sta ik er een beetje anders in: aan de Kötteldiek staat mijn huis, is Puzzel dan mijn thuis of heb ik meerdere "thuizen"?

Thuis aan de Kötteldiek wachtten en wachten er een aantal klusjes die van de lijst moeten worden afgestreept. Afstrepen, daar hou ik van. Minder van het werk dat geleverd moet worden om überhaupt tot afstrepen te komen. “Transitie” is een nieuw modewoord geworden de laatste jaren, maar de eerlijkheid gebiedt me te vertellen dat de transitie van mijn twee linkerhanden naar twee rechterhanden eigenlijk nooit wat zal worden. Bus leegpakken en (laten) wassen gaat dan nog, maar thuis twee brandmelders ophangen (liggen al sinds juli in de fruitschaal) heeft behoorlijk wat meer voeten in de aarde. De laatste plak knäckebröd weggooien (is sinds ons Zwedenavontuur toch een beetje “slof” geworden) daarentegen gaat me weer heel goed af, stond alleen niet op het lijstje, dus kon ook niet afgestreept worden.

Het was weer een mooi camperjaar. Half maart trokken we langzaam naar het zuiden. Langzaam want voor het Iberisch schiereiland had je toen minstens zwemdiploma A plus het certificaat overlevend zwemmen nodig, terwijl het in het Brabantse land (en later in het Limburgse) redelijk goed toeven was. Een paar dagen Luxemburg (Wasserbillig) en rondje Lac du Der (op de fiets dan), Lac d’Orient (met een bezoek op de fiets aan Troyes) en toen zaten we na precies twee weken in Avignon. Het fijne van een blog per dag bijhouden is dat je niet vergeet wat voor dag het is en je later nog precies kunt lezen wanneer je wat gedaan hebt. Vervolgens langs de Middellandse Zeekust Spanje afgezakt (Palamós, Ebrodelta, Valencia) en voor de verandering even de binnenlanden in voor een via verde (Navajas): mooi weer maar koude nachten. De tocht ging verder naar Zeneta (ik schreef: als je hier een flinke wind laat kun je die in Murcia ruiken, dan weet je ongeveer waar je het zoeken moet). Uiteindelijk naar het hoogtepunt van onze voorjaarsreis: Lorca. Niet vanwege de vele wandelingen die we daar gemaakt hebben. Fietsen kon niet, dus we hebben veel gewandeld. Eigenlijk te veel: na een paar dagen waren we tot onze knieën afgesleten en af en toe voelde ik me ’s morgens alsof ik door een vrachtwagen was overreden, letterlijk alles deed pijn. Nee, Lorca “deden” we niet omdat je er zo leuk kon wandelen, maar vanwege de processies in de Santa Semana. Lorca biedt wat dat betreft het meeste spektakel van Spanje. Daarna nog even naar Palomares, je zoekt dat aan de kust in de buurt van Vera en tenslotte in een week tijd op ons dooie gemak terug naar Nederland onder het motto “zo de wind waait, waait mijn jasje”. En de wind waaide zodanig dat we uiteindelijk de laatste periode van onze reis in Delft hebben gestaan, inderdaad dicht in de buurt van kleinkind nummer 3. Na 40 dagen, 5.580 kilometer op de pruttelaar en 1.012 fietskilometers waren we weer op de Kötteldiek.

Eind juni vertrokken we voor onze zomerreis. Deze keer naar het noorden. De zomer is geen periode voor ons om naar het zuiden te gaan: veel te warm. Ik hou van zon en warmte, transpireer ook veel liever dan dat ik koude voeten heb, maar bij 30 graden trek ik toch echt wel de grens. Einddoel was Zweden deze keer, het land waar je volgens kenners nog nat wordt wanneer het niet regent. Het land waar je volgens andere kenners opgevreten wordt door miljarden sloeberdeboebies (vaktaal voor muggen). Het land waar de graslanden niet (zoals in Nederland) bestaan uit eentonig Engels raaigras, maar waar je nog kruidig hooiland aantreft (ongeveer zoals in Nederland in mijn jeugd en jonge jaren). Alleen dat laatste klopte: mooie weilanden, schitterende graanvelden en weinig maïs. Muggen hebben we niet meegemaakt (schijnen wat meer in het noorden te zitten) en we zijn wel een paar keer (zelfs flink) nat geworden maar beslist niet elke dag, af en toe was het zelfs warm. Zweden is ons voor 95 procent meegevallen. Geen 100 procent want daarvoor waren de campings te duur (voor de kwaliteit die ze boden), de diesel aan de prijzige kant (rond € 2,50 per liter) en het bier in de supermarkt te slap (max 3,5 %), maar wel betaalbaar. Veel gefietst (we waren ook op fietsvakantie) en nog meer gezien. Totaal gereden deze reis: 3.792 met de bus en iets meer dan 1.100 op de fiets en dat allemaal in net geen 30 dagen. En: mijn grote vriendin Komoot wist ook in Zweden en Denemarken heel goed de weg en toverde regelmatig ontzettend verrassende weggetjes en paden uit haar hoed.

In de tweede week van september begonnen we aan onze nazomerreis met als einddoel Toscane, het land van de Chianti. Duitsland in en via de Franse A35 naar Zwitserland (ga daar niet heen als je op een klein budget leeft). Daarna onder het motto “we zijn geen wormen die onder de grond de grens passeren” via de Gotthardtpas de Alpen over naar Italië. Mooie dag voor uitgekozen, prachtige vergezichten, maar de weg is eigenlijk te breed en te gemakkelijk om van “pasjesrijden” te spreken. Daar horen samengeknepen billen, klotsende oksels en een paniekerige bijrijder bij: niets van dit alles. Zelfs de remblokjes gingen niet stinken. En zo kwamen we bij het Lagio Maggiore aan. Na Milaan mochten we de highlights van Toscane zien en de toerist uithangen: het torentje van Pisa tegenhouden, een paar middeleeuwse stadjes bekijken (onder andere San
Gimignano), fietsen rond Lago Trasimeno, kennismaken met James Bond in Siena, het rijden van de Chiantigiana en 10.000 stappen door Florence zetten. Daarna in een week weer terug naar huis. Totaal 21 dagen, volgens W meer dan genoeg. En hoe was Italië? Leuk om Toscane een keer gezien te hebben (we waren op sommige plekken al eerder), maar het is niet mijn land: zodra je de tolwegen verlaat wint dit land het op punten van België wat betreft het gebrek aan onderhoud van het asfalt. Vond het veel te druk (W ook) en – maar dat heb ik al jaren – heb het niet zo op die Ito’s, vooral niet wanneer ze met een teveel aan testosteron hun ballen willen laten zien op de slechte wegen. Geen positieve dingen te melden over het land? Tuurlijk wel! We hebben een paar keer verschrikkelijk lekker “buiten de deur” gegeten. De wijn is overheerlijk, landschaptechnisch is Toscane ontzettend mooi en hou je van oude stenen dan moet je hier absoluut zijn.

En dan vergeet ik al die tussendoortjes te noemen die we samen of ik alleen gemaakt hebben/heb. Ik noem er maar een paar: oppassen op de kippen in Kotten, genieten van het mooie nazomerweer en de paddenstoelen in oktober en het kamperen op een kleine kilometer van ons huis tijdens de Lichtenvoordse Avondvierdaagse. Een heel mooi (camper)jaar. Alles voor herhaling vatbaar, behalve Italië dan.

Tijd voor wat anders: een beetje vrijwilligerswerk zoals de elektrocar, kennismaken met het Achterhoeks Openluchtmuseum (heette vroeger Erve Kots) waar ik binnenkort wat voor zou moeten gaan betekenen en verder alles wat er daarnaast op mijn pad komt, zoals binnenkort ervoor zorgen dat Sinterklaas niet aangereden wordt door roekeloze automobilisten. En misschien zoeken we de warmte nog wel op, maar dan niet per camper. Hopelijk zien we elkaar volgend jaar hier weer en lees je weer mee met de “avonturen van de blauwe bus” (die er iets anders uitziet dan het blauwe karretje op nevenstaande foto).

woensdag 26 oktober 2022

herfst in nederland 2022

Had mijn vorige verhaal afgesloten met de constatering dat we een Belgisch en een Nederlands Limburg hebben. Min of meer vaste lezer D te W kwam met de opmerking dat er ook in Duitsland een Limburg te vinden is, namelijk Limburg an der Lahn, een plaats op zo’n dertig kilometer ten oosten van Koblenz, aan de rivier de Lahn. Voornaamste bezienswaardigheden: de dom en een oud kasteel. Klopt helemaal vaste lezer D te W, we zijn er ooit geweest. Maar we maken het nog bonter: heb nog een Limburg gevonden, namelijk het oorspronkelijke hertogdom Limburg met als hoofdstad Limburg aan de Vesder. Bekijk bijgaand kaartje maar eens.



Even een voorafje: weinig reisinformatie deze keer. Heb niet zoveel meegemaakt. Wanneer je niet geïnteresseerd bent in de zielenroerselen van een camperaar-op-leeftijd kun je beter op het kruisje rechts bovenin je scherm klikken, anders: weest welkom in ons midden, weest welkom goedendag. Maar zeg niet achteraf dat ik je niet gewaarschuwd heb: het wordt een lulverhaal! En ja, daar ben ik goed in.

vrijdag 14 tot zondag 16 oktober: @ bentelo

Je merkt dat we in de herfst zitten: regelmatig valt er zo’n stomme eikel op ons camperdak, lijkt alsof er een kokosnoot landt. Nog erger: was eerder deze week met W aan het fietsen in het Duitse land toen er zo’n bom op mijn kop terecht kwam. “Een eikel zoekt altijd een soortgenoot op” was het liefdevolle commentaar van mijn eega, waarop ik een heel verhaal moest afsteken over de gevaren van zo’n eikelbombardement. De (op feiten gebaseerde) theoretische verhandeling over de kracht die zo’n vruchtje kan leveren als het een afstand van 30 meter heeft afgelegd maakte geen indruk. 

De bus op de Bentelose Esch maar niet op “mijn vaste plek” gezet, want die is onder de bomen, ondanks dat wist af en toe zo’n joekel toch het dak te vinden. “Ze zijn groot dit jaar” was de mening van John, de eigenaar van de camperplek. Het werden twee rustige dagen, met als hoogtepunt een spontaan blauw scherm van de laptop, waardoor een uur of twee denk- en tikwerk aan dit verhaal de cloud in werd geblazen. Normaal krijg je dan wel een herstelbestand voor je neus geschoteld, maar deze keer bleef de cloud empty. En als je dan niet meer weet wat voor onzin je verteld hebt, parkeer je je verhaal gewoon even en vertel je later gewoon iets anders, simpel toch?

Af en toe een buitje, dus de tweede dag tussen de druppen door even op de fiets een blokje om. Niks bijzonders, gewoon voor-de-frisse-neus en ik ken de omgeving inmiddels wel. Kwam tijdens het sporten (ja ik sport: surfen noemen ze dat – op internet weliswaar, maar het blijft actief werk) een reisverslag tegen van iemand die twee uitdrukkingen constant afwisselde in zijn verhaal “off the beaten track” en “off grid”. Hij was er zo trots op dat hij die woorden kende, dat hij het wel tien keer benoemde in een verslag van drie A4’tjes. Wie ooit die termen bedacht heeft mogen ze openbaar lynchen van mij. Noem het gewoon “de rimboe in" en “een plekje zonder voorzieningen uitzoeken, meestal gratis ook nog”. Zorgen voor voldoende gevulde accu’s, een beetje schoon water en een lege pot. Liefst nog een paar zonnepanelen op het dak. Je houdt het dan wel een paar dagen “off grid” uit. Nou ik stond deze dagen echt niet “off grid”: kabeltje aan de stroompaal; toilet, douche en afwasplek bij de hand en met mij dachten er nog een stuk of zes witte dozen zo over.

vrijdag 21 tot maandag 24 oktober: @ nieuw-heeten

Nog meer herfst en het gaat heel snel. Ging de zon vorige week nog op om 07:50 en onder om 18:49 (gegevens 14/10 Bentelo), nu zijn de cijfers 08:09 en 18:28 (gegevens vrijdag 21/10 Nieuw-Heeten). Even een paar dagen afkicken van een drukke week: fietscontroles voor VVN twee dagen, een dagdeel elektrocar en een oriënterend gesprek op het Achterhoeks Openluchtmuseum. Daarover binnenkort ongetwijfeld meer. 

Dus op vrijdag bus geparkeerd op camperplaats Sploder Stea in Nieuw-Heeten (eigenlijk Holten). Mocht er van W naar toe als ik een potje jam mee terug zou nemen, ja: we zijn er ooit met zijn tweetjes geweest met als oogst een potje jam met als ingrediënten onder meer witte druiven en pruimen. De compote wordt gemaakt door de tante van de eigenaar van de camperplaats. En wat doe je dan op zo’n cp wanneer de temperatuur best aangenaam is (oplopend tot 19 graden), maar het weer (met name op vrijdag) niet erg stabiel? Vooral bijslapen, want met al die bijzondere activiteiten de afgelopen week zijn de nachten bij mij onrustig. Al jaren min of meer een probleem. Lijkt aan de buitenkant dan wel dat het allemaal met twee-vingers-in-de-neus gaat, maar dat is uiterlijke schijn. Verder een beetje bijlezen, bijvoorbeeld een interview met Leon de Winter waarvan vooral zijn beschrijving van “het sierlijke kutje” mij is bijgebleven. En als je dan ook nog in het Parool van 19 oktober de volgende tekst leest Geen paniek: de mens mankeert niets. Hij voert oorlog, stookt nog even kolen en olie en geniet thuis op de bank van de spectaculair smeltende poolkappen in 4K Ultra HD. Wat zal het WK voetbal zonder mensenrechten er straks schitterend uitzien! dan denk ik “Kop op, van treurig zijn word je niet oud”. Kortom, soms voel ik me oud en niet meer helemaal van deze tijd. Jawel: ook deze zin stond in mijn lievelingskrant (oplettende lezers weten dat dat de Trouw is).

Het inslaan van wat elementair nat-en-droog had deze keer nogal wat voeten in de aarde. Normaal doe ik dat bij de Aldi in Groenlo, want: prettige parkeergelegenheid. Laat nu vandaag in dat vestingstadje het evenement “Slag om Grolle” (foto Daan Bonhof) zijn begonnen en de parkeerplaats voor een groot deel zijn ingenomen door moderne verblijfsgelegenheden van re-enactors. De jongens en meisjes, gekleed als poorters uit 1627 houden van comfort: oude kleren aan de kont, maar wel de modernste smartphone in de hand en de nacht graag doorbrengen in een prettige camper en die dan gratis parkeren op de plek waar normaal dat busje van B staat. Frederik Hendrik draait zich om in zijn graf. Ze zijn niet allemaal zo: ik weet het, maar hou nu eenmaal van een beetje chargeren. 

Even het doorgaande verkeer blokkeren en op de telefoon op zoek naar een Aldi op de weg van Groenlo naar Holten, Borculo dus: prima parkeergelegenheid volgens mijn vriend Google. Helaas was hij niet op de hoogte van het laatste “Nieuws uit Berkelland”: “BORCULO  – De komende 9 weken zullen er werkzaamheden plaatsen vinden aan het pand van ALDI in Borculo. De werkzaamheid zullen zich tot woensdag 12 oktober beperken tot de buitenkant. Vanaf die woensdag gaat de ALDI voor langere tijd dicht, de winkel krijgt o.a. een nieuwe vloer en deze operatie neemt veel tijd in beslag. Op vrijdag 25 november zullen de deuren van de Borculose discounter weer opengaan. Dan zal de winkel geheel vernieuwd zijn”. Prima parkeerplaats inderdaad, maar wat heb je eraan als de winkel gesloten is? Gelukkig waren er nog twee supers in de buurt: een dure (Appie) en eentje die binnenkort waarschijnlijk een andere naam krijgt (of heb ik me vergist in de fusie van de Coop en de Plus?) Prutswinkel overigens: begon al met een vies winkelkarretje, te smalle gangpaden en toen nog een volstrekt niet-logische indeling van de winkel. Volgens mij is het een basisprincipe van een supermarkt om een logische looproute te creëren: hier liep iedereen maar een beetje rond met als gevolg: botsende karretjes, verstopte gangpaden en vooral een geïrriteerde B. Er zijn ook positieve dingen te melden: ze hadden een halfje bruin, een zak afbakbroodjes, een kilo uien, een pot mayonaise en nog wat anders in exportkwaliteit en dat voor 49 cent per blikje. Nog even zeuren: parkeren langs de kant van de weg want de parkeerplaatsen van de Coop waren beslist niet geschikt voor ons Puzzeltje. Maar goed: kan inmiddels ook de Coop van Borculo afvinken van mijn lijstje “dingen-die-ik-ooit-bezocht-moet-hebben”. En fijn: in de buurt stond een kibbelingenafbakker. Het frituurvet wordt tegenwoordig duur betaald als ik naar de bedragen kijk die ze voor een gebakken vissie vragen. Durfde niet te schrijven “de vis wordt duur betaald”, want Herman Heijermans liet Truus en Kniertje in Op hoop van zegen niet vertellen dat vis veel geld kost, maar dat het veel “menschenlevens” kostte om de vis binnen te halen.

En dan kom je tijdens je surfsport een recensie over de cp tegen: "Prima CP met schoon sanitair vriendelijk ontvangst door eigenares en ruime plekken. Er staan zeer lage haagjes en het parkeren van de campers is rommelig ieder doet maar wat met als gevolg de deuren tegenover elkaar. Is omlopen ook moeilijk voor sommigen en lopen ze gewoon tussen je spullen door. Kortom er moeten helaas toch regels komen over parkeren en een afscheiding in het midden zou voor privacy zorgen. De rondleiding is leuk 🐄!" Klopt geen jota van en de rondleiding heb ik gemist. 


Gewoon goed voor elkaar en omdat ik in mijn eentje ben hoef ik maar € 15,00 per nacht af te tikken. Voor twee personen is dat € 2,50 meer; vroeger noemden we dat een rijksdaalder, aber das is auch wieder eine lange Zeit her. Had ik ze maar bewaard die rijksdaalders. Moeten ze trouwens wel van vóór 1970 zijn, want vanaf 1969 zat er alleen nog maar nikkel in die muntstukken. Hoe ouder de rijksdaalder is hoe groter van formaat en groter de hoeveelheid fijnzilver. De oudste munten zijn in opdracht van Lodewijk Napoleon geslagen (dus zeg maar rond 1800) en de verzamelaar betaalt er (afhankelijk van de variant en de kwaliteit) tussen de 250 en 25.000 Euro voor. Helaas, die muntjes zitten niet in mijn knip, wel eentje van 5 Zweedse kronen en dat ding past precies in een winkelkarretje. Weer een probleem opgelost.

Das Deutsche Hänchen van de Lidl in Bocholt (eerder in de week gescoord, samen met nog veel andere dingen) had ik vanmorgen al door de Airfryer gehaald. Liefdevol een pootje achtergelaten voor mijn wederhelft, driekwart geconfisqueerd (schrijf je dat woord zo?) voor eigen gebruik, dus ik ben voorlopig voldoende voorzien van kip. Winkelen in Duitsland zou goedkoper zijn volgens de Gelderlander van een paar dagen geleden. Geloof er niet veel van. De wijn inderdaad, het bier ook (maar dan zit je met dat Deutsche Pfand). Kip dus, met een gebakken aardappeltje en een blikje doperwten dat inmiddels België, Luxemburg, Frankrijk, Spanje, Zweden, Denemarken, Duitsland, Zwitserland, Italië en een groot deel van Nederland gezien heeft, voor zover je van “zien” kunt spreken als je je afwachtende leven in een donkere voorraadkast moet doorbrengen. Dus snel klaar straks: een koude kippenpoot, een blikje doperwten opwarmen, een paar aardappelen voorkoken en afbakken. De diehards zitten om een uur of zes nog buiten, vind dat er grenzen zijn en het is binnen ook gezellie.

Zaterdag op de fiets, was al snel terug want bleek de verkeerde accu meegenomen te hebben: de streepjes verdwenen al snel als sneeuw voor de zon en inderdaad: de laatste 300 meter moest ik het zonder ondersteuning stellen. Zelfs een Chinees-Wonder-Op-Twee-Wielen is dan moeilijk vooruit te branden. Andere accu monteren en opnieuw op pad. Eerst nog een beetje motterig, later kwam de zon er regelmatig door en zag ik dat de wereld hier in het Sallandse land langzaam maar zeker bruin aan het worden is. Wel mooi, zie je aan de foto die ik bij Landgoed Weldam gemaakt heb. En fijn dat ik 2,5 kilometer over de Doorlopende Dijk heb mogen fietsen, stel het was de Doodlopende Dijk, piep je toch wel even wat anders. De lunch werd deze keer (niet geheel belangeloos overigens) verzorgd door de Aldi in Holten. Deze was in tegenstelling tot die in Borculo gisteren wel open. Tegenover de Aldi staat een Appie (veel lichter kleurtje blauw in het logo), aan het aantal geparkeerde fietsen te zien was het daar een stuk drukker. Ook vanavond weer een makkie wat eten betreft: heb nog een deel van de airgefrituurde kip over. Even het vlees van de botten peuteren, een handvol orecchiette (nog uit Italië) in het kokende water mieteren en 15 minuten laten koken, een ui glazig aanfruiten, restant van de doperwten van gisteren en een klein blikje maïs (ook heel Europa gezien inmiddels) gebruiken. Tenslotte het hele handeltje goed husselen, wat kruiderij erbij (moet nog ergens een potje Provençaalse kruiden staan), vergeet het teentje knoflook niet (het is iets meer, mag dat?) en misschien heb ik wel voor twee dagen voedsel. En: Maggi maakt alles met pasta redelijk acceptabel. 

Fietstocht was een kleine 30 kilometer lang (komt ook omdat ik wat extra heb moeten fietsen door die verkeerde accu), morgen maar een tour plannen die een paar kilometer meer “afziet”. Een aantal ballonnen in de lucht laat in de middag, roept altijd zoete herinneringen bij me op. Toch even op zoek gaan naar foto’s van dat tochtje: 2001, alweer eeuwen geleden. Op nevenstaande foto ging ging de ballon de lucht in en namen we afscheid van W die zielig en alleen achter bleef. Op onderstaande foto mijn schoonmoeder en -vader, staan sinds een aantal jaren niet meer met beide benen op deze aarde. In 2001 nog wel na een zeer heftige landing. 

Dacht vanmorgen eerst nog een klein moment dat ik linea recta terug naar huis moest, oorzaak: een wat vreemde stoelgang. Duitsers noemen dat Durchfall geloof ik, maar na twee bezoeken aan het uitstekende sanitair hier op de camperplaats was de kou uit de lucht en kon ik zonder gevaar voor vreemde bijverschijnselen de onmiddellijke nabijheid van een toilet verlaten, want: genezen verklaard. Ben je daarvan ook weer op de hoogte voor zover het je interesseert. Denk trouwens dat de weegschaal over een paar dagen maar twee cijfers weergeeft voor de decimale punt, dus elk nadeel hep zijn voordeel. 

Zondag opnieuw op de fiets, iets meer kilometers deze keer, maar mooie kilometers. Veel weggetjes met het woord “berg” er in, dus dan weet je het wel. Veel spinrag overal, zal de tijd van het jaar wel zijn. Deed me denken aan arme Sebastiaan, dat spinnetje van Annie M.G. Schmidt “dit is spin Sebastiaan, het is niét goed met hem gegaan”. Het liedje eindigt met Na een poosje werd toen éven dit berichtje doorgegeven: Binnen werd een moord gepleegd. Sebastiaan is opgeveegd.” Afsluiting van het seizoen? Ik weet het nog niet.

 



Geen noemenswaardige kilometers deze weken, een kleine 200 zullen het geweest zijn, met de bus dan. Mooie dagen, maar nu weer serieus “aan het werk”.

woensdag 12 oktober 2022

paddenstoelen zoeken – 5: back home

Een paar dagen doorgebracht in Noord-Brabant en een paar in het Limburgse land geweest. Vooral dat laatste is een beetje een apart gebied. Want wat is nu precies “Limburg”. Je begint er al mee dat er op dit ogenblik twee Limburgen zijn: Limburg in Nederland en Limburg in België. En dan heb je nog het voormalige hertogdom Limburg, dat eerst een graafschap was. Limburg was tussen de elfde eeuw en 1795 een lappendeken. Bekijk bijgaand kaartje uit 1350 maar eens. Inderdaad een ratjetoe van grotere en kleinere gebiedjes die rechtskundig los van elkaar stonden. En dat dat uiteindelijk allemaal weer één geheel is geworden in 1815 en later toch weer in twee delen is verdeeld is ongetwijfeld een volgende keer een object van studie.





dinsdag 11 oktober: @ home

Het blijft een cadeautje zo’n minirondtrip met dit mooie herfstweer. Maar ook aan mooie dingen komt een einde. Ook aan ons verblijf op Camperplaats Kessel waar we twee nachten hebben gestaan. Alles mooi voor elkaar voor € 13,00 (+ € 2,50 voor de vonken) per nacht. Positieve reviews, maar ook hier weer: als je op de bonnefooi aan komt wapperen is het maar de vraag of je een plekje vindt. Vooral in het hoogseizoen moet je echt wel reserveren. Misschien voor de eigenaren best prettig, maar voor de “vrije jongens” wat minder. De cp is aangesloten bij de keten “Van Ons”, dat betekent over het algemeen “het is prima voor elkaar”. Nadeel? Ja, eentje: de (gratis) hardgekookte eieren vond ik iets te hard gekookt. Deze week maar eens een eiersalade van maken. Fijn dat niet alles perfect is! Toen vanmorgen de ergste kou uit de bus en de mist uit de lucht waren konden we de neus van Puzzel naar het noorden richten en via een heel andere route dan een paar weken geleden (toen we ook “ergens” vanaf de Napoleonsbaan vertrokken) werden we door Miep van Google Maps teruggepraat naar huis.

V: 188.752; A: 188.850. Rijtemperatuur tussen 7 en 15 graden; lage mist om te beginnen, later vrijwel onbewolkt. Zon op/onder: 07:50/18:49. Morgen met twee kleinkinderen naar het Oorlogsmuseum in Overloon. Drie musea in één week: het moet niet gekker worden. En ja: de paddenstoelen zijn in beetje in het water gevallen de afgelopen dagen. Nog eens een keer rustig over doen. Een passend tegeltje dan maar om deze trip af te sluiten. 

maandag 10 oktober 2022

paddenstoelen zoeken – 4: deutsche pilze

Vaste lezer T te D kwam naar aanleiding van mijn zilverpapierverhaal aan met een artikel dat hij op internet gevonden had: https://www.geschiedenisbibliotheekgroningen.nl/historie/schatkamer/bijzondere-archiefstukken/zilverpapier-bleek-goudmijn. Heb je geen tijd of zin om het hele verhaal te lezen hier een summiere samenvatting. Ene Dr. Denker (in het noorden van het land) zamelde in de jaren vijftig van de vorige eeuw zilverpapier en aanverwant recyclebaar materiaal in en verkocht dat voor goede doelen aan opkopers. Het interessante aan dit verhaal is dat er onlangs een kasboek van deze zilverpapieractie openbaar is geworden (zie afbeelding). Het is maar een onbeduidend schriftje, maar het geeft inzicht in de inkomsten en uitgaven van een aantal jaren in de eerder genoemde periode. Aan de uitgavenkant staan onder meer de aanschaf van blindengeleidehonden en rolstoelen. Het schijnt dus dat ik mijn verhaal over “het ingezamelde zilverpapier werd weggeflikkerd” duidelijk bij moet stellen, tenzij het genoemde artikel fakenieuws is.

maandag 10 oktober: @ kessel

Onze laatste volle camperdag van deze minireis alweer. Opnieuw een frisse nacht. Volle maan, om 22:54:41 was gisteravond de maan op haar “volst”. Vanmorgen stond ze nog mooi te wezen tegen de blauwe lucht aan. Voor de verandering maar weer eens een eindje fietsen. Vandaag het Duitse land in aan de andere kant van de Maas, misschien hebben ze daar ook paddenstoelen. De Napoleonsbaan over en met een paar minuten staan we in Kessel.

Weer eens de Maas over met een veerboot, deze keer de pont van Kessel naar Reuver, een iets grotere overzetboot dan gisteren, maar van dezelfde maatschappij en ook tegen dezelfde prijs: € 0,90 voor een fietser enkele reis. De eerste kilometers van de tocht vielen tegen: we moesten de A73 over en dat schijnt volgens meisje Komoot routetechnisch gezien alleen maar over een vrijliggend fietspad langs een rijksweg te kunnen. 

Na een kleine 10 kilometer waren we in Duitsland en daar werd het meteen anders: niks aangeharkte betonnen fietspaden langs doorgaande wegen maar min of meer harde zandwegen door bos en heide, te beginnen met een gebied dat “Schwalmbruch” genoemd wordt, een beschermd natuurgebied van 286 ha groot aan de grens met Nederland. W vond het mooi met één opmerking: de beloofde Aussichtsturm was afgebroken, alleen de bordjes stonden er nog.

Toen we na een tijdje weer in de bewoonde wereld kwamen en de bospaden voor even werden ingeruild voor geasfalteerde land- en dorpsweggetjes, kwamen we onze eerste verzameling oude stenen tegen: Haus Elmpt, waarvan de geschiedenis teruggaat tot aan het begin van de twaalfde eeuw. Je mag er niet in: privébezit.

Een half uur later was een tweede hoop oude stenen ons uitzicht: de burcht en de watermolen van Brüggen. De burcht is een imposant bouwwerk midden in het centrum van de stad. De graven van Kessel bouwden het in de dertiende eeuw om een doorwaadbare plaats over de S(ch)walm veilig te stellen. Duits of Nederlands gebied? Het onderscheid was er toen nog niet. In de tuin van het slot waren jongelui met activiteiten bezig. Soort vormingsdagen? In het kasteel vind je nu ook een museum. De Brüggener Mühle, deze diende als koren- en slagmolen en in bedrijf bleef tot 1955 ligt naast het slot. Beetje toeristengat dat Brüggen met veel terrassen in het centrum en zelfs om 12 uur op een doordeweekse (maan)dag in oktober was het merendeel goed bezet.



Plotsklaps stonden we voor een groot hek dat gemotoriseerd verkeer tegen moet houden: één van de ingangen van het Brachter Wald, een heel bijzonder natuurgebied. Het terrein was tot 1996 in handen van de Britse strijdkrachten die het gebruikten als munitieopslagplaats. Zo’n bestemming kan zich geen pottenkijkers veroorloven en daarom was het hermetisch afgesloten. Tussen de opgeslagen bommetjes en kogels door is de natuur hier haar eigen gang gegaan en kun je er uiterst zeldzame en bedreigde planten en dieren vinden. Ook groot wild schijnt hier voor te komen. Even dacht W nog dat ze herten kon horen burlen, maar ik maakte een einde aan het feest door te stellen dat het vermoedelijk het kraken van haar Chinese rijwiel was. En inderdaad: één trap tegen het achterwiel deed de burlende herten het zwijgen toe. Spoorlijnen, perrons, bunkers - als je goed kijkt is de gehele infrastructuur nog goed herkenbaar. 

Voor we het wisten stonden we weer aan de oevers van de Maas en na een kilometer of zes stond de pont op ons te wachten (niet nadat we een foto van Kessel hadden gemaakt). Kessel, vroeger een stuk belangrijker dan nu: het was de voormalige residentie van Graafschap Kessel en kreeg in 1312 stadsrechten. Grote lappen grond met alles erop en eraan (inclusief de bevolking) verkopen was in die tijd normaal, vooral als je geldgebrek had. Op die manier ging Kessel over naar het Graafschap Gelre en hoorde tot het Overkwartier (één van de vier delen waaruit Gelre toentertijd bestond). Belangrijk? Ja, want aan het eind van de Tachtigjarige Oorlog  werd het voormalige hertogdom Gelre bij de Vrede van Münster in 1648 definitief gesplitst. Opper-Gelre of Overkwartier (met het Land van Kessel) bleef deel uitmaken van de katholieke Spaanse Nederlanden onder de Spaanse Habsburgers. De drie noordelijke kwartieren van Gelre kwamen als Gelderland bij de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. 

Tegenwoordig is Kessel een klein onderdeel van de gemeente Peel en Maas en herinnert niet veel meer aan die oude tijden met uitzondering van Kasteel de Keverberg dan, maar eigenlijk is dat ook pas een jaar of acht oud. Schreeuwt om uitleg, ik weet het. Er werd al een torentje gebouwd in 950, maar het grote knutselwerk begon rond 1250 toen op een kunstmatige heuvel (een motte) de voormalige residentie van de graven van Kessel tot stand kwam. Het kasteeltje leefde nog lang en gelukkig tot het in de Tweede Wereldoorlog werd bezet door Duitse soldaten. “Laat niet uit dankbaarheid voor het aangenaam verpozen, de eigenaar van het kasteel de schillen en de dozen”, was niet voldoende voor de terugtrekkende toepen: ze bliezen het op en staken het in brand. In 1953 werden de restanten door de gemeente Kessel aangekocht. Er was zoveel van het kasteel verloren gegaan dat men heeft besloten om de burcht niet te restaureren maar te consolideren: handhaven in de staat waarin hij is en zodanig te onderhouden dat verder verval niet kan optreden. En zoals dat wel vaker in Nederland gaat: er kwam een stichting. De stichting Behoud Kasteel Keverberg werd eigenaar van de ruïne, schraapte een miljoen of vijf bij elkaar, herstelde de oude muren en maakte er verder iets moderns van. Weer een andere stichting exploiteert het bouwwerk als vergader-, trouw- en feestlocatie met als wervende tekst: Op de grens van Noord- en Midden-Limburg is het ook een perfect onderdeel van een dagje uit vol historie, avontuur en architectuur. Natuurlijk ben je ook welkom voor een heerlijke kop koffie of een lekker speciaalbiertje.” Nog even wat geleend beeldmateriaal voor de volledigheid: de mooie “blauwe” foto is van VVV Hart van Limburg. Andere foto's in dit verslag allemaal van een zekere W te L, kortstondig verblijvend te K.


Een bezoekje aan de Coop topte onze reis af: hoeven we ook niet bang te zijn om van honger en dorst om te komen. En dat wachten het moment van het leegraken van de gasfles heb ik ook gehad: heb preventief de volle bus maar aangesloten, hoeven we tenminste niet in het donker aan het knutselen om te kunnen koken of stoken. Een mooie dag: van vrijwel onbewolkt (in de ochtend) tot volledig bewolkt (later op de middag); temperatuur oplopend tot 20 graden. Om half vijf een paar spetters. Een mooie dag. En morgen? Morgen is er weer een dag: terug naar huis want woensdag oppasverplichtingen. En oh ja: het thema was toch paddenstoelen? Auch in Deutschland keine Pfilze gefunden (aber auch niet gesucht). Dan nog één memorabel feit: de fiets had gisteren het mooie getal 8.000 in het display staan (gefietste afstand vanaf vorig jaar eind juli).