De plaat van Isings over Dorestad laat een trotse Noorman zien, die staand op de treeplank van zijn Vikingschip kijkt naar de door hem en zijn wapenbroeders in brand gestoken belangrijke handelsstad. Een deel uit het bijbehorende tekstboekje (1932): “Handelaars en zeerovers tegelijk, waren de Vikingen met hun vloot den Rijn opgevaren naar Dorestad, waar in de handelswijk rijke voorraden koopmansgoederen, vooral metaalwaren, lagen opgetast. Toen het met een eerlijken handel niet vlotten wilde, werd de koopstad geplunderd en daarna in brand gestoken. Op de loopplank van zijn drakenschip staat de aanvoerder het werk van zijn mannen te aanschouwen”. Isings laat de zeeroverskant van de Vikingen zien, precies zoals ons dat toentertijd werd voorgehouden: ruw en bloeddorstig. Waren we in Scandinavië geboren dan waren de Noormannen ineens geen plunderaars maar juist handelaars geweest.
Deze plaat maakt deel uit van een serie van 43 die Isings in de vorige eeuw heeft getekend. Ook platen van Jurres, Jetses en de Bruin werden in het onderwijs gebruikt.
dinsdag 20 februari: @ wijk bij duurstede
Dorestad moet gelegen hebben op de plek waar we nu Wijk bij Duurstede vinden, al zijn de meningen daarover verdeeld. Ooit moet er een romeins castellum gestaan hebben aan de Limes, de grens van het Romeinse Rijk. Plunderingen tussen 834 en 863 zouden voor het verval van de stad gezorgd hebben. Ook zijn er andere oorzaken aan te wijzen: verplaatsing van de bedding van de Rijn, verzanding van de haven en een aantal (kerk)politieke factoren.
W had op aanraden van een kennis “minicamping ’t Boomgaardje” als uitvalsbasis geprikt: € 19,50 all-in (met SVR- of NKC-kaartje). Niets op aan te merken: camperplaats van het jaar 2013 (NKC), hele jaar geopend en pal aan de fietsknooppuntenroute. Je komt er volgens de eigenaren voor “rust en natuur”. De camping ligt in de fruittuin van de provincie Utrecht. Boomgaarden met kersen, appels, peren en ander fruit liggen in een lang lint tussen Bunnik en Wijk bij Duurstede. In de Middeleeuwen was het hier nog één groot moeras. Na de ontginning van de veengronden kon op het nieuw gewonnen land akkerbouw worden gepleegd. Onder de veenlaag bleek onder meer zware kleigrond te liggen. Die grond was geschikt voor grasland, dus veeteelt. De hogere gronden konden worden gebruikt voor akkerbouw. Nog veel te vroeg voor de bloesem, dus we moeten nog een keertje terugkomen.
fietsroute huizen en kastelen
Op internet vonden we een mooie knooppuntenroute die ons langs kastelen en buitenplaatsen leidde. Utrecht kent veel “buitens”: in de Middeleeuwen waren het de Utrechtse bisschop, de aan hem verbonden ambtenaren en de machtige adellijke families die versterkte huizen en kastelen lieten bouwen als markering van de grens van het Sticht en om aanvallen van vijanden (Geldersen en Hollanders) af te staan. Deze bedreigingen worden vanaf de 16e eeuw minder. Daardoor wordt het bezit van een kasteel nog meer een statussymbool dan het al was. Vanaf de 17e eeuw werden nieuwe kastelen en buitenplaatsen aangelegd door “mensen van buitenaf”. Rijke kooplui lieten een buitenverblijf aanleggen om daar in het voorjaar en ’s zomers te kunnen vertoeven. Ze ontvluchtten dan hun huis in de “stinkende stad”. Ook langs de Vecht zien we in die tijd iets soortgelijks gebeuren.
We hebben leuke optrekjes gezien tijdens onze dertig-kilometer-lange tocht. Hoe de kastelen, landhuizen en buitenverblijven allemaal heten vind ik niet zo interessant. Wel interessant is om te zien hoe al die bouwwerken goed met de trekschuit te bereiken waren/zijn. De verharde landweg van Utrecht naar Rhenen en nog later de Rhijnspoorweg Amsterdam-Utrecht-Arnhem (1843) zorgden voor een nog betere ontsluiting van het gebied.
Na twee uur fietsen kacheltje aan en in de avondstand. Het is weer goed toeven in het Puzzeltje.
woensdag 21 februari: @ wijk bij duurstede
Wijk bij Duurstede (wijk = bocht) ligt op de plek waar het Amsterdam-Rijnkanaal (eigenlijk moet het volgens mij Amsterdam-Waalkanaal zijn, immers: eindpunt is Tiel en dat ligt volgens mij echt aan de Waal en niet aan de Rijn) ervoor zorgt dat de Nederrijn een andere naam krijgt, namelijk de Lek. Iets daarvoor is er een aftakking van de Kromme Rijn. De afbeelding hierboven laat het schilderij "Molen bij Wijk bij Duurstee" zien, geschilderd door Jacob van Ruisdael rond 1670. Je zult dit molentje overigens niet meer in het "eggie" aantreffen.
Onze fietstocht vandaag had de term “pontjesroute”, dus het beloofde veel water. Niet van boven overigens:
het was de hele dag droog en met een graadje of 10 best vol te houden op de fiets.
Ons eerste obstakel was het Amsterdam-Rijnkanaal dat we overigens niet met een pontje maar met een brug slechtten. Eerste ideeën met betrekking tot dit kanaal dateerden uit 1930, waar uiteindelijk ene Anton Mussert als waterbouwkundig ingenieur een belangrijke rol heeft gespeeld bij de totstandkoming van de plannen. In 1938 werd het eerste deel in gebruik genomen en uiteindelijk mocht koningin Juliana het definitieve lintje doorknippen. Onze Anton heeft dat niet meer meegemaakt, die kreeg in 1946 de kogel. Neem van mij aan dat dat niets met het Amsterdam-Rijnkanaal te maken had.
Vervolgens stuitten we op de Nieuwe Hollandse Waterlinie (gepland in 1815, voltooid in 1870).
Deze waterlinie loopt van Muiden (Zuiderzee) tot de Biesbosch en bestaat uit stroken land die in geval van oorlog onder water gezet kunnen worden. Er ontstaat dan een geïnundeerd gebied van een aantal kilometers breed van noord naar zuid dat tot een diepte van 30 tot 60 cm onder water zou komen te staan: te diep voor de infanterie en te ondiep voor normale vaartuigen. Drie keer is de Nieuwe Hollandse Waterlinie geheel of gedeeltelijk onder water gezet. De eerste keer in 1870 tijdens de Frans-Duitse oorlog, vervolgens van 1914-1918 (Eerste Wereldoorlog). De laatste keer (aan het begin van WO II) bleek dat je met vliegtuigen deze hindernis eenvoudig kon nemen en dat de verdedigingswerken nul en generlei waarde meer hadden.
Met een pontje mochten we over de Lek naar Culemborg. Hapje eten, stadje bekijken en met hetzelfde pontje weer terug. Vijftig kilometer stond er op ons telwerk.
Na een opwarmpauze nog even een uitstapje naar Wijk bij Duurstede, voor wat boodschappen, het kasteel Duurstede en de binnenstad. Toen ik goed naar het kasteel keek kwam er onmiddellijk “De Diamant” in me op. Inderdaad: Bassie en Adriaan waren hier lang geleden voor opnames van een film. W had hier maar één antwoord op: “Geschift!” En daar doen we het dan weer mee.
donderdag 22 februari: @ home
Vol goede moed namen we (W had een detailkaart op schoot) allerlei weggetjes met passeerstroken, nauwe dijkjes en enge bruggetjes om uiteindelijk tot de ontdekking te komen dat een wandeling van Fort Honswijk naar de Lunet aan de Snel en via de “gedekte gemeenschapsweg” naar het Werk aan de Korte Uitweg letterlijk in het water viel: aanhoudende regen. Bewaren voor een volgend bezoekje aan Wijk bij Duurstede dit stukje van de Nieuwe Hollandse Waterweg. Dus Ome Tom maar voorzien van de juiste gegevens om op een snelle manier weer thuis te komen en iets na de noen kon Puzzel weer geparkeerd worden aan de Kötteldiek. Het was weer mooi. Nog een paar nachtjes slapen, dan gaat de "grote voorjaarstocht" beginnen.
V (thuis): 125.422; A (thuis): 125.680