Het hek zit dicht en camera’s houden Puzzel in de smiezen. Da’s Spanje, om exact te zijn: camperpark Empord Area in Palamós aan de Costa Brava. 1.474 Kilometers in drie dagen van Lichtenvoorde naar de plek waar ik nu zit. Een hele rit, maar wel een mooie rit. Internet hier, dus tijd voor een eerste update.
zondag 24 februari:@ dudelange
Na het afscheid van de familie (en voornamelijk van “het oude mens van bijna 92”) was het beoogde einddoel “ergens in Luxemburg”. Dat ergens werd Dudelange, een parkeerplek speciaal voor campers (code campercontact 3.463). Valt er wat over te zeggen? Een uitstekende plek om de nacht door te brengen wanneer je naar het noorden of het zuiden reist, verder niks. Het kost ook niks. Ik bezette plekje nr. 6, de laatste twee werden een half uur later ingenomen. Er zijn voorzieningen (niet gebruikt), er schijnt zelfs elektriciteit te zijn (maar dat werkte niet volgens een buurman). De route? Bocholt, Haminkeln (A3), Keulen , de gammele Rijnbrug over, de A1 volgen tot Blankenberge (daar moet de A1 nog steeds doorgetrokken worden), dus landelijk via de B51 naar Prüm, stukje A60, via Bitburg naar Trier, waar de A64 bij de grensovergang met Luxemburg de naam A1 krijgt. Na Puzzel voorzien te hebben van een welverdiende versnapering (€ 1,109 per liter) tegen half zes geparkeerd op de camperplek.
Wat bijzonders meegemaakt? Jazeker: vergeten de koelkast in de rijstand te zetten, waardoor de Schultenbrau niet helemaal 100 % op temperatuur was, maar goed: met 80 % nemen we ook genoegen. Ernstiger was dat bij het dichtklappen van de achterdeur op de eindbestemming (de gaskraan moest open) de fiets op de drager een zeer eigenaardige houding aannam. Kwestie van kunststofmoeheid? Gelukkig is dit niet tijdens het rijden gebeurd. Fiets staat nu op de andere standaard en voor de zekerheid extra geborgd. Nog even het kacheltje aan en vroeg naar bed.
V: 125.759; A: 126.126
rijtemperatuur: max 16°
maandag 25 februari: @ Saint Pourçain sur Sioule
Koud bij het wakker worden: -1 buiten en +3 binnen. Je kunt dan wel de kachel aansteken, maar het duurt een tijdje voor je een aangenaam temperatuurtje hebt gecreëerd. Dus eerst maar eens een uurtje gereden en toen een stevige bak koffie gezet. Aan het rijtje met “mooiste wegen van Frankrijk” voegen we vandaag de D74 (en de varianten D674 en D974) toe. Gewoon schitterend. Ik dacht een paar keer: wat een mooi leven heb ik toch. Ik werd inderdaad regelmatig jaloers op mezelf. Nageslacht: dit moet in mijn overlijdensadvertentie!
Bij Luzy wist Ome Tom weer een muilezelpad naar Moulins (volgens mij hebben we dat vorig jaar ook al meegemaakt): lange tijd mocht ik de D30 volgen. Voordeel: zo zie je nog eens wat van de omgeving.
De camperplek in Saint Pourçain sur Sioule (laat maar lekker rollen die drie essen en die ene c-met-cedille; klinkt zo Frans) ligt op de plek van een voormalige camping (La Moutte). Geen sanitair, wel voorzieningen. Staan is gratis, voorzieningen moet je betalen. Voor de volledigheid: code campercontact 1.974. Geen kachel nodig: vijf waxinelichtjes zorgen voor warmte en gezelligheid.
V: 126.126; A: 126.621
rijtemperatuur: -1/+16
dinsdag 26 februari: @ palamós
Ook vandaag weer vroeg op en “koffie onderweg”. Wel eerst krabben en dat terwijl mijn weerstation gisteren aangaf dat de luchtvochtigheid vrij laag was. Een rit met keuzes: de A75 naar het zuiden was duidelijk (nog even een beetje mist, maar de rest fantastisch; bekijk bijgaande foto van Meteo France maar (opname van 12.00 uur vanmiddag).
Het viaduct van Garabit heb ik nog nooit zo helder kunnen fotograferen. Ook de afdaling naar Lodėve was weer spectaculair. Ik had het over keuzes: je moet bij de splitsing van de A75/A750 kiezen of je naar Beziers of naar Montpellier wilt. Optie was Franse Middellandse Zee. Het werd Beziers, dus Spanje. Volgende dilemma: autoroute of “binnendoor”. Ik heb de goede keuze gemaakt: regelmatig zie je de voormalige Route Nationale naast je liggen en dat was een filepuinhoop. Kost een paar cent, maar de snelweg schiet wel lekker op. Na het tanken in La Jonquera (voor € 1,309 per liter; nog steeds 15 tot 30 cent goedkoper dan de prijs die ze in Frankrijk rekenen) moest ik de eindbestemming bepalen.
Het werd dus Palamós. Fijn met internet, zodat ik mijn verhaal kwijt kan. Wordt dus een latertje vandaag. En morgen? Weet het nog niet. In ieder geval de etensvoorraad aanvullen: na drie dagen bami (één keer met kip, de tweede keer met ei en de derde keer met spruitjes) wil een mens wel eens wat anders. Het belooft warm te worden, dus wie weet.
V: 126.621; A: 127.233
rijtemperatuur: -2/+21
noordpolderzijl
dinsdag 26 februari 2019
donderdag 21 februari 2019
dorestad
Ja, die van de schoolplaat! Toen ik in een grijs verleden op de lagere school zat, gebruikte de meester “een voorloper van het digiboard”, namelijk de schoolplaat. Je komt ze nog vaak tegen in kleine streekmuseumpjes waar ze “een klas uit de dertiger jaren” hebben nagebouwd, compleet met een letterkaart (ik mocht schrijven volgens de methode “eerst duidelijk dan snel” van Tazelaar) en schoolbankjes met inktpotjes. Jawel: in onze tijd deden we het nog met een kroontjespen. De allermooiste schoolplaat is ongetwijfeld “de Noormannen voor Dorestad” van Johan Herman Isings, voor de lagere scholen op de markt gebracht door Wolters Noordhoff, compleet met een tekstboekje voor de onderwijzer die op basis van tekst en plaat een spannend geschiedenisverhaal kon opdissen. De hoofdlijnen werden met krijt op het bord geschreven en de vlijtige leerlingen mochten het verhaal overpennen in hun geschiedenisschrift (jawel: met kroontjespen).
De plaat van Isings over Dorestad laat een trotse Noorman zien, die staand op de treeplank van zijn Vikingschip kijkt naar de door hem en zijn wapenbroeders in brand gestoken belangrijke handelsstad. Een deel uit het bijbehorende tekstboekje (1932): “Handelaars en zeerovers tegelijk, waren de Vikingen met hun vloot den Rijn opgevaren naar Dorestad, waar in de handelswijk rijke voorraden koopmansgoederen, vooral metaalwaren, lagen opgetast. Toen het met een eerlijken handel niet vlotten wilde, werd de koopstad geplunderd en daarna in brand gestoken. Op de loopplank van zijn drakenschip staat de aanvoerder het werk van zijn mannen te aanschouwen”. Isings laat de zeeroverskant van de Vikingen zien, precies zoals ons dat toentertijd werd voorgehouden: ruw en bloeddorstig. Waren we in Scandinavië geboren dan waren de Noormannen ineens geen plunderaars maar juist handelaars geweest.
Deze plaat maakt deel uit van een serie van 43 die Isings in de vorige eeuw heeft getekend. Ook platen van Jurres, Jetses en de Bruin werden in het onderwijs gebruikt.
dinsdag 20 februari: @ wijk bij duurstede
Dorestad moet gelegen hebben op de plek waar we nu Wijk bij Duurstede vinden, al zijn de meningen daarover verdeeld. Ooit moet er een romeins castellum gestaan hebben aan de Limes, de grens van het Romeinse Rijk. Plunderingen tussen 834 en 863 zouden voor het verval van de stad gezorgd hebben. Ook zijn er andere oorzaken aan te wijzen: verplaatsing van de bedding van de Rijn, verzanding van de haven en een aantal (kerk)politieke factoren.
W had op aanraden van een kennis “minicamping ’t Boomgaardje” als uitvalsbasis geprikt: € 19,50 all-in (met SVR- of NKC-kaartje). Niets op aan te merken: camperplaats van het jaar 2013 (NKC), hele jaar geopend en pal aan de fietsknooppuntenroute. Je komt er volgens de eigenaren voor “rust en natuur”. De camping ligt in de fruittuin van de provincie Utrecht. Boomgaarden met kersen, appels, peren en ander fruit liggen in een lang lint tussen Bunnik en Wijk bij Duurstede. In de Middeleeuwen was het hier nog één groot moeras. Na de ontginning van de veengronden kon op het nieuw gewonnen land akkerbouw worden gepleegd. Onder de veenlaag bleek onder meer zware kleigrond te liggen. Die grond was geschikt voor grasland, dus veeteelt. De hogere gronden konden worden gebruikt voor akkerbouw. Nog veel te vroeg voor de bloesem, dus we moeten nog een keertje terugkomen.
fietsroute huizen en kastelen
Op internet vonden we een mooie knooppuntenroute die ons langs kastelen en buitenplaatsen leidde. Utrecht kent veel “buitens”: in de Middeleeuwen waren het de Utrechtse bisschop, de aan hem verbonden ambtenaren en de machtige adellijke families die versterkte huizen en kastelen lieten bouwen als markering van de grens van het Sticht en om aanvallen van vijanden (Geldersen en Hollanders) af te staan. Deze bedreigingen worden vanaf de 16e eeuw minder. Daardoor wordt het bezit van een kasteel nog meer een statussymbool dan het al was. Vanaf de 17e eeuw werden nieuwe kastelen en buitenplaatsen aangelegd door “mensen van buitenaf”. Rijke kooplui lieten een buitenverblijf aanleggen om daar in het voorjaar en ’s zomers te kunnen vertoeven. Ze ontvluchtten dan hun huis in de “stinkende stad”. Ook langs de Vecht zien we in die tijd iets soortgelijks gebeuren.
We hebben leuke optrekjes gezien tijdens onze dertig-kilometer-lange tocht. Hoe de kastelen, landhuizen en buitenverblijven allemaal heten vind ik niet zo interessant. Wel interessant is om te zien hoe al die bouwwerken goed met de trekschuit te bereiken waren/zijn. De verharde landweg van Utrecht naar Rhenen en nog later de Rhijnspoorweg Amsterdam-Utrecht-Arnhem (1843) zorgden voor een nog betere ontsluiting van het gebied.
Na twee uur fietsen kacheltje aan en in de avondstand. Het is weer goed toeven in het Puzzeltje.
woensdag 21 februari: @ wijk bij duurstede
Wijk bij Duurstede (wijk = bocht) ligt op de plek waar het Amsterdam-Rijnkanaal (eigenlijk moet het volgens mij Amsterdam-Waalkanaal zijn, immers: eindpunt is Tiel en dat ligt volgens mij echt aan de Waal en niet aan de Rijn) ervoor zorgt dat de Nederrijn een andere naam krijgt, namelijk de Lek. Iets daarvoor is er een aftakking van de Kromme Rijn. De afbeelding hierboven laat het schilderij "Molen bij Wijk bij Duurstee" zien, geschilderd door Jacob van Ruisdael rond 1670. Je zult dit molentje overigens niet meer in het "eggie" aantreffen.
Onze fietstocht vandaag had de term “pontjesroute”, dus het beloofde veel water. Niet van boven overigens:
het was de hele dag droog en met een graadje of 10 best vol te houden op de fiets.
Ons eerste obstakel was het Amsterdam-Rijnkanaal dat we overigens niet met een pontje maar met een brug slechtten. Eerste ideeën met betrekking tot dit kanaal dateerden uit 1930, waar uiteindelijk ene Anton Mussert als waterbouwkundig ingenieur een belangrijke rol heeft gespeeld bij de totstandkoming van de plannen. In 1938 werd het eerste deel in gebruik genomen en uiteindelijk mocht koningin Juliana het definitieve lintje doorknippen. Onze Anton heeft dat niet meer meegemaakt, die kreeg in 1946 de kogel. Neem van mij aan dat dat niets met het Amsterdam-Rijnkanaal te maken had.
Vervolgens stuitten we op de Nieuwe Hollandse Waterlinie (gepland in 1815, voltooid in 1870).
Deze waterlinie loopt van Muiden (Zuiderzee) tot de Biesbosch en bestaat uit stroken land die in geval van oorlog onder water gezet kunnen worden. Er ontstaat dan een geïnundeerd gebied van een aantal kilometers breed van noord naar zuid dat tot een diepte van 30 tot 60 cm onder water zou komen te staan: te diep voor de infanterie en te ondiep voor normale vaartuigen. Drie keer is de Nieuwe Hollandse Waterlinie geheel of gedeeltelijk onder water gezet. De eerste keer in 1870 tijdens de Frans-Duitse oorlog, vervolgens van 1914-1918 (Eerste Wereldoorlog). De laatste keer (aan het begin van WO II) bleek dat je met vliegtuigen deze hindernis eenvoudig kon nemen en dat de verdedigingswerken nul en generlei waarde meer hadden.
Met een pontje mochten we over de Lek naar Culemborg. Hapje eten, stadje bekijken en met hetzelfde pontje weer terug. Vijftig kilometer stond er op ons telwerk.
Na een opwarmpauze nog even een uitstapje naar Wijk bij Duurstede, voor wat boodschappen, het kasteel Duurstede en de binnenstad. Toen ik goed naar het kasteel keek kwam er onmiddellijk “De Diamant” in me op. Inderdaad: Bassie en Adriaan waren hier lang geleden voor opnames van een film. W had hier maar één antwoord op: “Geschift!” En daar doen we het dan weer mee.
donderdag 22 februari: @ home
Vol goede moed namen we (W had een detailkaart op schoot) allerlei weggetjes met passeerstroken, nauwe dijkjes en enge bruggetjes om uiteindelijk tot de ontdekking te komen dat een wandeling van Fort Honswijk naar de Lunet aan de Snel en via de “gedekte gemeenschapsweg” naar het Werk aan de Korte Uitweg letterlijk in het water viel: aanhoudende regen. Bewaren voor een volgend bezoekje aan Wijk bij Duurstede dit stukje van de Nieuwe Hollandse Waterweg. Dus Ome Tom maar voorzien van de juiste gegevens om op een snelle manier weer thuis te komen en iets na de noen kon Puzzel weer geparkeerd worden aan de Kötteldiek. Het was weer mooi. Nog een paar nachtjes slapen, dan gaat de "grote voorjaarstocht" beginnen.
V (thuis): 125.422; A (thuis): 125.680
De plaat van Isings over Dorestad laat een trotse Noorman zien, die staand op de treeplank van zijn Vikingschip kijkt naar de door hem en zijn wapenbroeders in brand gestoken belangrijke handelsstad. Een deel uit het bijbehorende tekstboekje (1932): “Handelaars en zeerovers tegelijk, waren de Vikingen met hun vloot den Rijn opgevaren naar Dorestad, waar in de handelswijk rijke voorraden koopmansgoederen, vooral metaalwaren, lagen opgetast. Toen het met een eerlijken handel niet vlotten wilde, werd de koopstad geplunderd en daarna in brand gestoken. Op de loopplank van zijn drakenschip staat de aanvoerder het werk van zijn mannen te aanschouwen”. Isings laat de zeeroverskant van de Vikingen zien, precies zoals ons dat toentertijd werd voorgehouden: ruw en bloeddorstig. Waren we in Scandinavië geboren dan waren de Noormannen ineens geen plunderaars maar juist handelaars geweest.
Deze plaat maakt deel uit van een serie van 43 die Isings in de vorige eeuw heeft getekend. Ook platen van Jurres, Jetses en de Bruin werden in het onderwijs gebruikt.
dinsdag 20 februari: @ wijk bij duurstede
Dorestad moet gelegen hebben op de plek waar we nu Wijk bij Duurstede vinden, al zijn de meningen daarover verdeeld. Ooit moet er een romeins castellum gestaan hebben aan de Limes, de grens van het Romeinse Rijk. Plunderingen tussen 834 en 863 zouden voor het verval van de stad gezorgd hebben. Ook zijn er andere oorzaken aan te wijzen: verplaatsing van de bedding van de Rijn, verzanding van de haven en een aantal (kerk)politieke factoren.
W had op aanraden van een kennis “minicamping ’t Boomgaardje” als uitvalsbasis geprikt: € 19,50 all-in (met SVR- of NKC-kaartje). Niets op aan te merken: camperplaats van het jaar 2013 (NKC), hele jaar geopend en pal aan de fietsknooppuntenroute. Je komt er volgens de eigenaren voor “rust en natuur”. De camping ligt in de fruittuin van de provincie Utrecht. Boomgaarden met kersen, appels, peren en ander fruit liggen in een lang lint tussen Bunnik en Wijk bij Duurstede. In de Middeleeuwen was het hier nog één groot moeras. Na de ontginning van de veengronden kon op het nieuw gewonnen land akkerbouw worden gepleegd. Onder de veenlaag bleek onder meer zware kleigrond te liggen. Die grond was geschikt voor grasland, dus veeteelt. De hogere gronden konden worden gebruikt voor akkerbouw. Nog veel te vroeg voor de bloesem, dus we moeten nog een keertje terugkomen.
fietsroute huizen en kastelen
Op internet vonden we een mooie knooppuntenroute die ons langs kastelen en buitenplaatsen leidde. Utrecht kent veel “buitens”: in de Middeleeuwen waren het de Utrechtse bisschop, de aan hem verbonden ambtenaren en de machtige adellijke families die versterkte huizen en kastelen lieten bouwen als markering van de grens van het Sticht en om aanvallen van vijanden (Geldersen en Hollanders) af te staan. Deze bedreigingen worden vanaf de 16e eeuw minder. Daardoor wordt het bezit van een kasteel nog meer een statussymbool dan het al was. Vanaf de 17e eeuw werden nieuwe kastelen en buitenplaatsen aangelegd door “mensen van buitenaf”. Rijke kooplui lieten een buitenverblijf aanleggen om daar in het voorjaar en ’s zomers te kunnen vertoeven. Ze ontvluchtten dan hun huis in de “stinkende stad”. Ook langs de Vecht zien we in die tijd iets soortgelijks gebeuren.
We hebben leuke optrekjes gezien tijdens onze dertig-kilometer-lange tocht. Hoe de kastelen, landhuizen en buitenverblijven allemaal heten vind ik niet zo interessant. Wel interessant is om te zien hoe al die bouwwerken goed met de trekschuit te bereiken waren/zijn. De verharde landweg van Utrecht naar Rhenen en nog later de Rhijnspoorweg Amsterdam-Utrecht-Arnhem (1843) zorgden voor een nog betere ontsluiting van het gebied.
Na twee uur fietsen kacheltje aan en in de avondstand. Het is weer goed toeven in het Puzzeltje.
woensdag 21 februari: @ wijk bij duurstede
Wijk bij Duurstede (wijk = bocht) ligt op de plek waar het Amsterdam-Rijnkanaal (eigenlijk moet het volgens mij Amsterdam-Waalkanaal zijn, immers: eindpunt is Tiel en dat ligt volgens mij echt aan de Waal en niet aan de Rijn) ervoor zorgt dat de Nederrijn een andere naam krijgt, namelijk de Lek. Iets daarvoor is er een aftakking van de Kromme Rijn. De afbeelding hierboven laat het schilderij "Molen bij Wijk bij Duurstee" zien, geschilderd door Jacob van Ruisdael rond 1670. Je zult dit molentje overigens niet meer in het "eggie" aantreffen.
Onze fietstocht vandaag had de term “pontjesroute”, dus het beloofde veel water. Niet van boven overigens:
het was de hele dag droog en met een graadje of 10 best vol te houden op de fiets.
Ons eerste obstakel was het Amsterdam-Rijnkanaal dat we overigens niet met een pontje maar met een brug slechtten. Eerste ideeën met betrekking tot dit kanaal dateerden uit 1930, waar uiteindelijk ene Anton Mussert als waterbouwkundig ingenieur een belangrijke rol heeft gespeeld bij de totstandkoming van de plannen. In 1938 werd het eerste deel in gebruik genomen en uiteindelijk mocht koningin Juliana het definitieve lintje doorknippen. Onze Anton heeft dat niet meer meegemaakt, die kreeg in 1946 de kogel. Neem van mij aan dat dat niets met het Amsterdam-Rijnkanaal te maken had.
Vervolgens stuitten we op de Nieuwe Hollandse Waterlinie (gepland in 1815, voltooid in 1870).
Deze waterlinie loopt van Muiden (Zuiderzee) tot de Biesbosch en bestaat uit stroken land die in geval van oorlog onder water gezet kunnen worden. Er ontstaat dan een geïnundeerd gebied van een aantal kilometers breed van noord naar zuid dat tot een diepte van 30 tot 60 cm onder water zou komen te staan: te diep voor de infanterie en te ondiep voor normale vaartuigen. Drie keer is de Nieuwe Hollandse Waterlinie geheel of gedeeltelijk onder water gezet. De eerste keer in 1870 tijdens de Frans-Duitse oorlog, vervolgens van 1914-1918 (Eerste Wereldoorlog). De laatste keer (aan het begin van WO II) bleek dat je met vliegtuigen deze hindernis eenvoudig kon nemen en dat de verdedigingswerken nul en generlei waarde meer hadden.
Met een pontje mochten we over de Lek naar Culemborg. Hapje eten, stadje bekijken en met hetzelfde pontje weer terug. Vijftig kilometer stond er op ons telwerk.
Na een opwarmpauze nog even een uitstapje naar Wijk bij Duurstede, voor wat boodschappen, het kasteel Duurstede en de binnenstad. Toen ik goed naar het kasteel keek kwam er onmiddellijk “De Diamant” in me op. Inderdaad: Bassie en Adriaan waren hier lang geleden voor opnames van een film. W had hier maar één antwoord op: “Geschift!” En daar doen we het dan weer mee.
donderdag 22 februari: @ home
Vol goede moed namen we (W had een detailkaart op schoot) allerlei weggetjes met passeerstroken, nauwe dijkjes en enge bruggetjes om uiteindelijk tot de ontdekking te komen dat een wandeling van Fort Honswijk naar de Lunet aan de Snel en via de “gedekte gemeenschapsweg” naar het Werk aan de Korte Uitweg letterlijk in het water viel: aanhoudende regen. Bewaren voor een volgend bezoekje aan Wijk bij Duurstede dit stukje van de Nieuwe Hollandse Waterweg. Dus Ome Tom maar voorzien van de juiste gegevens om op een snelle manier weer thuis te komen en iets na de noen kon Puzzel weer geparkeerd worden aan de Kötteldiek. Het was weer mooi. Nog een paar nachtjes slapen, dan gaat de "grote voorjaarstocht" beginnen.
V (thuis): 125.422; A (thuis): 125.680
dinsdag 19 februari 2019
een warm weekendje
Grote beloften deden de weermannen en –vrouwen voor het
weekend. Voorbereidende blikken op meteosites (in verband met de nakende
voorjaarstocht naar het zuiden) lieten schitterende satellietfoto’s zien. Twee van
die foto’s van Meteo France wil ik je niet onthouden. En als ik zo naar de
plaatjes van het onbewolkte land kijk schieten me de woorden van een veel te
jong overleden zeilmaatje te binnen: “Ik hou van Frankrijk, vooral als het in
een fles zit”.
De Gelderlander (en dus ook de Limburger, het Noord-Hollands
Dagblad, de Tubantia, De Stentor en alle andere kopbladen van het Algemeen
Dagblad) had een treffende cartoon op pagina 2 staan en wat later een beetje
surfen op het wereldwijde web op de term “global warming” leverde ook een leuk
plaatje op. Kortom: tijd om Puzzel uit de stalling te halen en met de smoes “even
controleren of alles werkt” het “gouden driehoekje” doen: Uelsen, Blijham en
Bentelo. Er zijn nog wat kleine klusjes, zoals een niet werkend gaspitje (iets
met de thermobeveiliging?) en een loszittend sierstripje (likje lijm zal
wonderen doen).
Op het fietsje naar de stalling en zoals gewoonlijk: voor de
winter als laatste erin en nu als eerste er weer uit. Zonder problemen starten
(dankzij het regelmatige stroominfuus). 125.000 Is een mooie kilometerstand om
het nieuwe seizoen mee te beginnen. De grootste inpakklus is zoals gewoonlijk
het gasbussenwerk. En net als elk jaar ben ik weer vergeten welke kant de
schroefdop op moet. Fluitend naar Uelsen: zonnetje op het campertje, donkere
glaasjes op de neus, thermometer geeft een buitentemperatuur van 16 graden aan,
erg veel zilverreigers onderweg en op veel verkeersborden zitten buizerds te
loeren (busje toch een te grote prooi?). Druk in Uelsen Am Waldbad: er staan er
al zes, steeds keurig met een vrije plek tussenruimte. Even slikken bij het
trekken van een kaartje: prijsverhoging van 40 %, van vijf naar zeven Euro voor
een overnachting. De boeven (volgens mij heeft Duitsland met de jaarwisseling
geen btw-verhoging gehad). Iedereen heeft de stoeltjes buiten in het zonnetje staan,
een boekje in de hand, een glaasje ingeschonken en vooruit: een schaaltje
nootjes op tafel. Het merendeel van de campers heeft een geel nummerbord. Tegen
half zes wordt het frisjes en gaat bij menigeen de schotel omhoog: in de
avondstand. Puzzel is niet voorzien van tv-gemakken, maar een goede internetverbinding
(van de gemeente) en later een prettig boek zorgen voor een aangename
vrijdagavond.
zaterdag 16 februari:
@ blijham
Toch een voor het ochtendgebeuren essentieel item vergeten
in te pakken: de koffiekan. Behelpen dus met een filter los op een koffiekopje.
Na het zwarte vocht en de gebakken eieren op naar het Groningse via de
provincie Drenthe.
In Frankrijk heb ik de Route Napoleon al eens gereden, de
legendarische Route 66 in Amerika staat nog steeds op mijn verlanglijstje.
Vandaag mocht ik kennismaken met de “Hunebed Highway”. Nu heb ik al wel vaker
op de N34 gereden, maar vanaf juli 2018 heeft men gemeend deze provinciale weg
(tussen Zuid-Laren en Coevorden) te hernoemen in “Hunebed Highway”. Mona Keijzer
herself mocht de doopplechtigheid uitvoeren. De naam is wel goed gekozen: van
de 53 hunebedden die Drenthe kent staan er 47 aan de N34. Met een knipoog naar
Amerika zijn ook speciale highwayborden geplaatst. Na één maand waren er al
drie borden door souvenirjagers “veilig gesteld”, de provincie heeft overigens
aangifte van diefstal gedaan.
Bij André op de Turfstee (onder de rook van Oude Pekela) het
Chinese wonderrijwiel voor de dag gehaald en via een omtrekkende beweging de
Jumbo met een bezoekje vereerd. Mooi fietsweer. Temperaturen wat minder dan
vrijdag. De avond gebruikt om routes naar het zuiden met elkaar te vergelijken.
En alweer een dagje met een gouden randje.
Voor de volledigheid: ook de Turfstee heeft haar prijs
verhoogd (naar € 12,50 voor twee personen, als single betaal je één Euro minder).
zondag 17 februari: @
bentelo
Opnieuw de Hunebed Highway af, maar nu naar het zuiden om
uiteindelijk neer te strijken op Campercamping De Bentelose Esch om bij John de
opgespaarde vaat te doen en eens uitgebreid onder de sproeikop te staan (all-in
voor 15 €). Airco aan tijdens het rijden, kwestie van op een knopje drukken.
Vroeger met de Lelijke Eend ging dat een stuk ingewikkelder: bij ons eerste exemplaar
(was trouwens een Diane) moesten we het dak net als de deksel van een
sardineblikje helemaal naar achteren oprollen; alleen de “oprolsleutel” ontbrak.
Een latere versie van de 2CV had een soort klapsysteem, hetgeen het leven van
een eendbezitter al een stuk gemakkelijker maakte. Behalve dan wanneer je het
dak aan de voorkant niet goed vastgemaakt had en het gevaarte met veel geweld
naar achteren klapte, meestal als je op topsnelheid reed.
Net te frisjes om buiten te zitten in Bentelo, maar in de
bus met de schuifdeur open is het ook erg aangenaam (schuifdeur later op de
middag even een uurtje dicht. Het is zondag, dus het dutje moet gewoon
doorgaan). Motto: “niets hoeven kan ook heel bevredigend zijn”.
’s Avonds me een beetje ingelezen in de term “ecorexia”.
Ecorexia is een aandoening waarbij mensen geobsedeerd raken door duurzaam
leven. Niet gewoon zuinig zijn op het milieu, maar een beetje teveel TE. Is net
geen woord van het jaar 2018 geworden, evenmin als “vliegschaamte”. Van dat
laatste heeft W ook een beetje last: voor 39 Euro naar Faro vliegen en uit
dankbaarheid Transavia de lucht vol laten pompen met prettige stoffen als CO2).
Ik kom hier in een later blog ongetwijfeld op terug.
maandag 18 februari:
@ home
Geen haast, dus in alle rust een beetje opruimen en poetsen
op deze plek waar echt alles klopt. Het was weer gezellig met mezelf, vanaf
morgen even een paar daagjes kijken of W en ik nog met zijn tweetjes in de bus
passen. Want “Het beste stuk huisraad is een goed wijf” waren ooit de woorden
van onze wijze Jacob Cats. Onze tijdelijke achtertuin (en voortuin) ligt dan in
de buurt van Wijk bij Duurstede.
Nu nog eerst even bij de grote tentenboer in Winterswijk een
paar nieuwe stoelen aanschaffen. Obelink legt op dit ogenblik de laatste hand
aan weer een gloednieuwe (grote) hal. Naar verluid gaat men van start met de
verkoop van campers. We zullen het zien. Hieronder vast een voorproefje van een
nieuwe serie W-in-de-luie-stand. En met de klantenkaart krijgen we uiteindelijk via gespaarde punten precies 1 % korting op de aanschaf: pik binnen, het was winter.
V: 125.000; A: 125.422
Abonneren op:
Posts (Atom)