Een lang weekend naar
de bollen (16 tot 20 april)
W. kon zich op donderdag vrij roosteren en omdat er een
oppasdag uitviel konden we een lang weekend op pad met OBBB. En wat doen
bijna-bejaarden in het voorjaar? Juist: naar de bollenvelden (nee: niet naar de
Keukenhof, daar zijn we een paar jaar geleden geweest en dat hoeft niet meer
van ons).
Donderdag 16 april
Al voor negen uur vertrokken. Ontbeten aan de voet van de
Holterberg en vervolgens toeristisch naar de Noord-Oostpolder waar een
tulpenfestival zou zijn. Weinig tulp te zien trouwens: volgens mij waren we een
weekje te vroeg. De uitgezette tulpenroute die we voor een deel gevolgd hebben
liet dan ook maar één kleur zien: groen!
Lunzen in Urk met een gebakken visje op de camperplaats bij
de haven. Overnachten kost daar € 15,00, inclusief voorzieningen (onthouden
voor een volgende keer!) Daarna “binnendoor” naar de Oostvaardersplassen waar
we vanaf de Praambult twee vossen gespot hebben. De bus neergezet op Parking
Houtribslag: er mogen 4 campers staan, we stonden er uiteindelijk met 12, maar
er konden er nog wel 50 bij, ruimte genoeg!
V: 50.290; A: 50.518
Vrijdag 17 april
Tegen 09.00 uur vertrokken vanuit Lelystad en Chang (die de
communicatie met onze Belgische spraakassistente geheel verbroken heeft, we
moeten het nu alleen met visuele aanwijzingen doen) op “vermijden snelwegen”
geprogrammeerd. Dan doe je dus eens zo lang over de afstand, maar wel leuk: je
komt op ongekende plekjes van Nederland. Koffie bij de sluis bij het
Nijkerkernauw. Daarna verrassend door Gelderland, Utrecht en Noord-Holland
langs Schiphol en Nootdorp. Bij Lisse de bollenroute voor een kleine 20
kilometer opgepakt. Hier wel veel kleur, maar dan van narcissen en hyacinten en
een enkele verdwaalde vroege tulp. De hyacinten meurden en ik weet nu ook weer
waarom ik ze niet in de huiskamer wil hebben. Uiteindelijk terechtgekomen op (Acsi)camping
de Duinpan in Noordwijk, waar we voor € 16,00 (en twee keer 1,50
toeristenbelasting) één van de laatste plekjes in beslag hebben genomen.
W. vroeg zich af of de grond alleen voor bollen werd
gebruikt of dat er na de bollenteelt nog een ander gewas geteeld wordt.
Daarvoor heb je internet op de camping (inclusief hier). De geestgronden
schijnen alleen voor de bollenteelt gebruikt te worden. In het najaar worden de
bollen gepoot en wordt er stro gebruikt om ze in de winter tegen vorst te
beschermen. In het voorjaar komen ze op. Door het aanwezige stro gaan de bollen
“broeien” en wanneer de bloemen bloeien kan bepaald worden welke bollen ziek
zijn, deze kneusjes worden dan met de hand verwijderd. In het late voorjaar
worden ze machinaal getopt en laat men ze in de grond drogen. In de zomer
worden ze gerooid en vervolgens wordt in de herfst opnieuw gepoot. Behalve de
voorjaarsbollen worden ook najaarsknollen (o.a. gladiolen en dahlia’s) geteeld.
V: 50.518; A: 50.677
Zaterdag 18 april
Een zonnige maar frisse dag, dus op de fiets door de duinen
en de bollenstreek. Ongelooflijk wat een kermis: veel Japanners op huurfietsjes
deden hetzelfde als wij, namelijk fietsen en fotograferen. Vooral rond de
Keukenhof was het een drukte van belang: je mag blij zijn dat je op de fiets
bent en niet met de auto. Het schijnt dat er jaarlijks zo’n 800.000 bezoekers in
de Keukenhof komen en volgens mij kwam de helft juist op deze zaterdag.
Verrassend was dat er een boerenmarkt bij het Streekmuseum
Veldzicht in Noordwijk werd gehouden, waar natuurlijk in klederdracht kant
moest worden geklost, paling worden gerookt en dure honing werd verkocht. Leuke
onderbreking van de “barre” tocht.
De volgende stop was in Lisse waar de winkeliersvereniging
een kinderbloemencorso organiseerde (voor de tweede keer?). Steps, fietsen,
driewielers en karretjes waren versierd met bloemen en er huppelden veel kleine
prinsesjes rond. Leuk om te zien. Het “echte” corso zullen we niet meemaken.
De derde en laatste stop was bij onze vakantiehofleverancier
(de Lidl), deze keer in Noordwijkerhout. Daarna smaakte de port en het biertje
lekker in het zonnetje bij de camper.
Zondag 19 april
“Binnendoor” via Leiden, de N11, Reeuwijkse Plassen, pontje
over de Lek (bij Schoonhoven) naar Culemborg. In Gorinchem (ook Gorkum en
Gorcum) toch nog dwars door de nauwe straatjes, maar goed te doen: met een
slagschip zal het een stuk minder plezierig zijn. Nog géén 100 km gereden, maar
met een lunzpauze en een overtocht met de pont toch nog drie uur over gedaan.
Niet zeuren: zo zie je nog eens wat van Nederland. Bij WSV “de Merwede” mag je
voor een tientje (all-in) een nachtje staan. Je staat dan op een landtong met
een haven aan de ene kant en de Merwede aan de andere kant. Je hebt alleen geen
echt uitzicht op het water, tenzij je je stoeltje pakt en op de dijk (?) gaat
zitten.
Onderweg kwamen we veel gele velden tegen, dan denk je in
eerste instantie “koolzaad”. Dit gewas werd vroeger veel in Nederland verbouwd,
is een tijd uit de gratie geweest en is een aantal jaren geleden
geherintroduceerd. Nu kom je die gele velden ook in het wild tegen. Dit schijnt
dan “raapzaad” te zijn. Interesseert dit iemand?
En dan denk je: Gorkum, waar ken ik dat van. En even later
komt daar het woord “martelaren” bij: de martelaren van Gorkum. Ongetwijfeld
een term die gevallen is tijdens de geschiedenisles op de (katholieke) lagere
school. En met dank aan wikipedia: In 1572 namen de geuzen Gorkum in (we hebben
het dan over de 80-jarige oorlog). Geloofsvrijheid was toegezegd. Desondanks
nam de protestante geuzen 19 priesters en broeders gevangen. De paapse kliek
werd in juli in Den Briel opgehangen en verminkt. Als reden wordt opgegeven dat
het een straf was voor het onderdrukken van het protestantisme. Misschien
hadden ze beter een paar Spanjolen op kunnen hangen.
En opnieuw weer fietsen: een kleine 30 kilometer langs de
Linge, ene oever heen, eindje voor Leerdam met het pontje (Oosterwijk –
Heukelum) oversteken en via de andere oever weer terug. Bij het pontje is een
ontzettend leuke camperplaats (De Galgenwaard), helaas maar voor 3 campers, dus
de kans dat je een vrij plekje vindt zal wel erg klein zijn.
De Linge loopt over een afstand van 108 km van het Pannerdens
Kanaal tot aan Gorinchem. Uiteindelijk komt de Linge uit in de Merwede.
V: 50.777; A: 50.774
Maandag 20 april
Al weer de laatste vakantiedag, immers: W. mag morgen weer
aan het werk. Toch nog even een leuk afsluitertje: “binnendoor” naar Appeltern
in het Land van Maas en Waal. Appeltern (ja: die van de tuinen) ligt aan de
Gelderse kant van de Maas. Het was weer ideaal fietsweer, dus een leuk tochtje
langs beide Maasoevers gemaakt, te beginnen langs de recreatieplas de Gouden
Ham. Dankzij Stichting de Maasveren konden we twee keer met droge voeten de
Maas over: Alphen – Oijen en Megen – Appeltern en dat voor een eurootje per
persoon per oversteek.
Het is mooi
dat de Stichting de Maasveren vijf (eeuwenoude) verbindingen tussen Gelderland
en Noord-Brabant in stand houdt. In de tweede helft van de 20e eeuw
dreigde het rijk (als eigenaar van de veren) de diensten op te heffen, immers:
er waren genoeg alternatieven in de vorm van bruggen voorhanden. Voor inwoners
van gemeenten als Lith, Maasdriel, Megen en West Maas en Waal waren de bruggen
echter vaak ver weg. Begin jaren 80 van de vorige eeuw, hebben de bovengenoemde
gemeenten dan ook medewerking verleend aan de totstandkoming van Stichting de
Maasveren en bleven de veerverbindingen bestaan. Stichting de Maasveren,
opgericht op 1 juli 1983, is sedert 19 december van dat jaar eigenaresse van de
vijf pontveren: Alphen-Lith, Alem-Maren, Alphen-Oijen, Maasbommel-Megen en
Appeltern-Megen. Maar: interesseert dit iemand?
En toen: terug naar de bittere werkelijkheid, maar nu wel
over de snelwegen.