noordpolderzijl

noordpolderzijl

dinsdag 28 april 2015

naar de bollen


Een lang weekend naar de bollen (16 tot 20 april)

W. kon zich op donderdag vrij roosteren en omdat er een oppasdag uitviel konden we een lang weekend op pad met OBBB. En wat doen bijna-bejaarden in het voorjaar? Juist: naar de bollenvelden (nee: niet naar de Keukenhof, daar zijn we een paar jaar geleden geweest en dat hoeft niet meer van ons).

Donderdag 16 april

Al voor negen uur vertrokken. Ontbeten aan de voet van de Holterberg en vervolgens toeristisch naar de Noord-Oostpolder waar een tulpenfestival zou zijn. Weinig tulp te zien trouwens: volgens mij waren we een weekje te vroeg. De uitgezette tulpenroute die we voor een deel gevolgd hebben liet dan ook maar één kleur zien: groen!

Lunzen in Urk met een gebakken visje op de camperplaats bij de haven. Overnachten kost daar € 15,00, inclusief voorzieningen (onthouden voor een volgende keer!) Daarna “binnendoor” naar de Oostvaardersplassen waar we vanaf de Praambult twee vossen gespot hebben. De bus neergezet op Parking Houtribslag: er mogen 4 campers staan, we stonden er uiteindelijk met 12, maar er konden er nog wel 50 bij, ruimte genoeg!

 
 
’s Middags de stalen rossen gezadeld en een rondje Lelystad gefietst, een ruim opgezette stad met veel ruimte en groen. Natuurlijk langs de Bataviawerf gekomen, waar de Batavia sinds 1995 trots in het water ligt en aan de 7 Provinciën (een 17e eeuws admiraliteitsschip) wordt gewerkt. Het was te laat voor een (herhalings)bezoekje. Overigens las ik later dat de Museumkaart niet geaccepteerd wordt.








V: 50.290; A: 50.518

Vrijdag 17 april

 
Tegen 09.00 uur vertrokken vanuit Lelystad en Chang (die de communicatie met onze Belgische spraakassistente geheel verbroken heeft, we moeten het nu alleen met visuele aanwijzingen doen) op “vermijden snelwegen” geprogrammeerd. Dan doe je dus eens zo lang over de afstand, maar wel leuk: je komt op ongekende plekjes van Nederland. Koffie bij de sluis bij het Nijkerkernauw. Daarna verrassend door Gelderland, Utrecht en Noord-Holland langs Schiphol en Nootdorp. Bij Lisse de bollenroute voor een kleine 20 kilometer opgepakt. Hier wel veel kleur, maar dan van narcissen en hyacinten en een enkele verdwaalde vroege tulp. De hyacinten meurden en ik weet nu ook weer waarom ik ze niet in de huiskamer wil hebben. Uiteindelijk terechtgekomen op (Acsi)camping de Duinpan in Noordwijk, waar we voor € 16,00 (en twee keer 1,50 toeristenbelasting) één van de laatste plekjes in beslag hebben genomen.

W. vroeg zich af of de grond alleen voor bollen werd gebruikt of dat er na de bollenteelt nog een ander gewas geteeld wordt. Daarvoor heb je internet op de camping (inclusief hier). De geestgronden schijnen alleen voor de bollenteelt gebruikt te worden. In het najaar worden de bollen gepoot en wordt er stro gebruikt om ze in de winter tegen vorst te beschermen. In het voorjaar komen ze op. Door het aanwezige stro gaan de bollen “broeien” en wanneer de bloemen bloeien kan bepaald worden welke bollen ziek zijn, deze kneusjes worden dan met de hand verwijderd. In het late voorjaar worden ze machinaal getopt en laat men ze in de grond drogen. In de zomer worden ze gerooid en vervolgens wordt in de herfst opnieuw gepoot. Behalve de voorjaarsbollen worden ook najaarsknollen (o.a. gladiolen en dahlia’s) geteeld.

V: 50.518; A: 50.677

Zaterdag 18 april

 
Een zonnige maar frisse dag, dus op de fiets door de duinen en de bollenstreek. Ongelooflijk wat een kermis: veel Japanners op huurfietsjes deden hetzelfde als wij, namelijk fietsen en fotograferen. Vooral rond de Keukenhof was het een drukte van belang: je mag blij zijn dat je op de fiets bent en niet met de auto. Het schijnt dat er jaarlijks zo’n 800.000 bezoekers in de Keukenhof komen en volgens mij kwam de helft juist op deze zaterdag.
 

Verrassend was dat er een boerenmarkt bij het Streekmuseum Veldzicht in Noordwijk werd gehouden, waar natuurlijk in klederdracht kant moest worden geklost, paling worden gerookt en dure honing werd verkocht. Leuke onderbreking van de “barre” tocht.

De volgende stop was in Lisse waar de winkeliersvereniging een kinderbloemencorso organiseerde (voor de tweede keer?). Steps, fietsen, driewielers en karretjes waren versierd met bloemen en er huppelden veel kleine prinsesjes rond. Leuk om te zien. Het “echte” corso zullen we niet meemaken.

 

De derde en laatste stop was bij onze vakantiehofleverancier (de Lidl), deze keer in Noordwijkerhout. Daarna smaakte de port en het biertje lekker in het zonnetje bij de camper.

Zondag 19 april

“Binnendoor” via Leiden, de N11, Reeuwijkse Plassen, pontje over de Lek (bij Schoonhoven) naar Culemborg. In Gorinchem (ook Gorkum en Gorcum) toch nog dwars door de nauwe straatjes, maar goed te doen: met een slagschip zal het een stuk minder plezierig zijn. Nog géén 100 km gereden, maar met een lunzpauze en een overtocht met de pont toch nog drie uur over gedaan. Niet zeuren: zo zie je nog eens wat van Nederland. Bij WSV “de Merwede” mag je voor een tientje (all-in) een nachtje staan. Je staat dan op een landtong met een haven aan de ene kant en de Merwede aan de andere kant. Je hebt alleen geen echt uitzicht op het water, tenzij je je stoeltje pakt en op de dijk (?) gaat zitten.

Onderweg kwamen we veel gele velden tegen, dan denk je in eerste instantie “koolzaad”. Dit gewas werd vroeger veel in Nederland verbouwd, is een tijd uit de gratie geweest en is een aantal jaren geleden geherintroduceerd. Nu kom je die gele velden ook in het wild tegen. Dit schijnt dan “raapzaad” te zijn. Interesseert dit iemand?

En dan denk je: Gorkum, waar ken ik dat van. En even later komt daar het woord “martelaren” bij: de martelaren van Gorkum. Ongetwijfeld een term die gevallen is tijdens de geschiedenisles op de (katholieke) lagere school. En met dank aan wikipedia: In 1572 namen de geuzen Gorkum in (we hebben het dan over de 80-jarige oorlog). Geloofsvrijheid was toegezegd. Desondanks nam de protestante geuzen 19 priesters en broeders gevangen. De paapse kliek werd in juli in Den Briel opgehangen en verminkt. Als reden wordt opgegeven dat het een straf was voor het onderdrukken van het protestantisme. Misschien hadden ze beter een paar Spanjolen op kunnen hangen.

En opnieuw weer fietsen: een kleine 30 kilometer langs de Linge, ene oever heen, eindje voor Leerdam met het pontje (Oosterwijk – Heukelum) oversteken en via de andere oever weer terug. Bij het pontje is een ontzettend leuke camperplaats (De Galgenwaard), helaas maar voor 3 campers, dus de kans dat je een vrij plekje vindt zal wel erg klein zijn.

De Linge loopt over een afstand van 108 km van het Pannerdens Kanaal tot aan Gorinchem. Uiteindelijk komt de Linge uit in de Merwede.

V: 50.777; A: 50.774

Maandag 20 april

Al weer de laatste vakantiedag, immers: W. mag morgen weer aan het werk. Toch nog even een leuk afsluitertje: “binnendoor” naar Appeltern in het Land van Maas en Waal. Appeltern (ja: die van de tuinen) ligt aan de Gelderse kant van de Maas. Het was weer ideaal fietsweer, dus een leuk tochtje langs beide Maasoevers gemaakt, te beginnen langs de recreatieplas de Gouden Ham. Dankzij Stichting de Maasveren konden we twee keer met droge voeten de Maas over: Alphen – Oijen en Megen – Appeltern en dat voor een eurootje per persoon per oversteek.
Het is mooi dat de Stichting de Maasveren vijf (eeuwenoude) verbindingen tussen Gelderland en Noord-Brabant in stand houdt. In de tweede helft van de 20e eeuw dreigde het rijk (als eigenaar van de veren) de diensten op te heffen, immers: er waren genoeg alternatieven in de vorm van bruggen voorhanden. Voor inwoners van gemeenten als Lith, Maasdriel, Megen en West Maas en Waal waren de bruggen echter vaak ver weg. Begin jaren 80 van de vorige eeuw, hebben de bovengenoemde gemeenten dan ook medewerking verleend aan de totstandkoming van Stichting de Maasveren en bleven de veerverbindingen bestaan. Stichting de Maasveren, opgericht op 1 juli 1983, is sedert 19 december van dat jaar eigenaresse van de vijf pontveren: Alphen-Lith, Alem-Maren, Alphen-Oijen, Maasbommel-Megen en Appeltern-Megen. Maar: interesseert dit iemand?

En toen: terug naar de bittere werkelijkheid, maar nu wel over de snelwegen.

V: 50.774; 50.934

 
 

paasweekend 2015


Paasweekend 2015

Pasen hebben W. en ik doorgebracht in het Woold bij Winterswijk. Uitvalsbasis was SVR-camping “De Brömmels”, een geitenkaasboerderij tegen de Duitse grens aan - www.brommels.nl – van Ellen en Bert Kots. We hebben deze camping gekozen omdat we op vrijdag twee kleindochters moesten oppassen en deze boerderij van alles voor de kinderen te bieden had. Overigens: het wandelen met een geit hebben we maar overgeslagen.

 
Vrijdag 03 april

’s Morgens de kleinkinderen opgehaald. Best wel “pannend” voor de jongste (bijna 3) om bij opa in de camper te zitten. Alleen al de rit naar het Woold (zo’n 16 kilometer) was een feestje. Jammer dat de ondergrond van de kampeerveldjes de weelde van 3,5 ton niet konden dragen en we daarom genoegen moesten nemen met een verhard plekje. We hebben er trouwens uitstekend gestaan.

De dag was overigens zo om: spelen, eten, spelletje doen, geitjes kijken, ijsje eten, speeltuintje in en nog een keertje geitjes kijken. ’s Avonds werden de meiden opgehaald door zoon/vader J. en natuurlijk moesten alle geiten nog een keer bekeken worden, papa had ze nog niet gezien.  
 

Zaterdag 04 april

De muts op en de handschoenen aan op de fiets, want behoorlijk frisjes. De ouders van W. wonen in Winterswijk en via een (groot) ommetje zijn we daar geland en via een nog groter ommetje teruggefietst naar de camping. We hebben al veel gefietst in deze omgeving en elke keer komen we paadjes tegen waar we nog nooit eerder geweest zijn.

De broer van W. stond met zijn vrouw op een “kindluwe” camping “De Roerdinkhof”, een kilometertje van ons vandaan. We zijn er ’s middags op de borrel geweest en zagen daar wat een camper voor ravage kan aanrichten in de natte weilanden (overigens een wildvreemde camper). www.roerdinkhof.nl

Zondag 05 april

Ook deze dag stond in het teken van de fiets: nog meer onbekende paden en weggetjes. De dag begon met een veelbelovend zonnetje. De terrasje in Winterswijk zaten dan ook al behoorlijk vol.

Kenmerkend voor het oostelijk en zuidelijk gebied van Winterswijk is de aanwezigheid van scholtenboerderijen. Scholten waren rijke boeren die, als een soort rentmeester, een gebied beheerden voor de eigenlijke eigenaar van de grond. Deze eigenaren waren rijke adellijke (Hof van Gelre) of kerkelijke (Bisschop van Munster) instellingen die zelf ergens anders resideerden. Dit systeem noemen we het hofstelsel. Omdat het gebied rondom Winterswijk erg afgelegen lag, bemoeiden de eigenaren van de grond en de overheid zich hier echter niet met de gang van zaken. De scholten konden zich hierdoor gaan profileren als officiële eigenaren van de grond, wat ze dus feitelijk niet waren. Uiteindelijk wisten zij in een juridische strijd met de overheid aan het begin van de negentiende eeuw, zelfs officieel eigenaar te worden van het onroerend goed dat zij eeuwen lang beheerden.

Op zo’n fietsdag kom je dan ook aardig wat van die imposante bouwwerken tegen.

En toen gebeurde het weer: het zadel van vouwfiets twee brak af, op exact dezelfde manier als in Spanje bij Valencia. En ook nu weer had ik het geluk nog maar een klein eindje te hoeven fietsen. Metaalmoeheid van de bout die het zadel met de zadelpen verbindt? We zullen eens contact opnemen met de leverancier.

’s Avonds werden we door R. en S. opgehaald om in een andere buurtschap van Winterswijk, namelijk Corle te gaan eten. Boerderij de Woord, of zoals een Achterhoeker zegt: ‘Woordman’, was een kleine Saksische boerderij met slechts enkele koeien, een paard en een klompenmakerij. De toenmalige eigenaar (begin 1900) bouwde een zijstukje aan de boerderij om daar een borrel te kunnen schenken. Op dat moment ontstaat het begin van een lange horecageschiedenis die bijna honderd jaar later (1995) resulteert in boerderij-restaurant de Woord. S. was de BOB en bracht ons na een uiterst prettige avond weer bij ons campertje terug en mocht daarna nog een kilometertje doorrijden om haar busje weer in het weiland van de Roerdinkhof te parkeren.

Maandag 6 april

Na een laat ontbijt en de nodige schoonmaakwerkzaamheden was het tijd om de barre tocht (16 kilometer) huiswaarts te ondernemen. W. vond het handiger om per fiets te gaan (hoefden we dat ding in ieder geval niet op de fietsendrager te laden). Een paar kilometer van huis en toch het idee hebben dat je in een totaal andere omgeving zit.