V: 18/11 – 82.536
A: 22/11 – 83.331
vrijdag 18 november @
Goslar
Na 342 kilometer konden we (tegen het donker aan) de bus op
één van de P’s van Goslar (met de mooie naam Fullekuhle en Campercontactcode
551) neerzetten. Het centrum ligt dan naast de camperdeur en niet (zoals
Campercontact beweert) op 1,5 km. Het is een gratis mixparking met veel
gestalde campers (géén beweging te zien en voorzien van een Goslar-nummerbord).
We hebben dan in Gronau een Baustelle gehad en vervolgens een behoorlijke
vertraging bij Bad Oeynhausen (wanneer is die verbinding tussen de
autosnelwegen eindelijk klaar?) en een gasfles geruild bij de OBI in Hildesheim.
De kachel gaat aan, W moet nog even de benen strekken en dan kan de avond
beginnen (die valt vroeg om deze tijd van het jaar). Geen stroom, dus ook de
koelkast op gas. In het artikel in de Kampeerauto wordt nog gesproken over een
camperplaats met de code 40.826, maar die is nergens meer terug te vinden. We hebben ons overigens niet kunnen verdiepen in de heksenwereld van de Harz, maar dat komt een volgende keer.
zaterdag 19 november
@ Clausthal-Zellerfeld
Goslar ligt in de noordwestelijke uitlopers van de Harz. De
Harz is al ruim 3.000 jaar het toneel van mijnbouwactiviteiten, wat leidde tot
het ontstaan van nederzettingen. Goslar is er één van vele. We beginnen de dag
met een wandeling door “sprookjesstad” Goslar. Een gratis plattegrondje van de
VVV moet er voor zorgen dat we niets van belang overslaan. De hanzestad is
zonder veel schade uit de Tweede Wereldoorlog gekomen, zodat er sprake is van
veel “authentieke elementen” (maar dan wel mooi gerestaureerd). Jammer dat veel
gebouwen aan het oog worden onttrokken door de kerstmarkt-in-opbouw, vanaf 23
november gaat de Glühwein glühen en ligt Grossmutters Reibekuchen weer te
wachten op gulzige mondjes. Toch maar eens terug naar Goslar als de Tannenbaum
niet in de maand(en) zit.
Net buiten Goslar liggen de Rammelsbergmijnen, waar de
geschiedenis van 1000 jaar mijnbouw te zien is. Aanvankelijk werd zilvererts
gedolven, later koper en tenslotte lood. Bergwerk Rammelsberg staat
tegenwoordig op de werelderfgoedlijst van de Unesco, samen met de binnenstad
van Goslar, dat dank zij de opbrengsten van de mijnen barst van de luxe en de
rijkdom.
De mijn werd gesloten in 1988, maar gelukkig heeft men van
het geheel een museum gemaakt. De gebouwen en de mijngangen zijn te
bezichtigen. Deze laatste echter alleen onder leiding van een gids, op goed
Duits: tijdens een “Führung”. Er zijn een aantal speciale rondleidingen. We kozen
“mit der Grubenbahn” en kregen een idee hoe de mijnwerker in de 20e
eeuw de dag doorkwam. Met een eng gammel treintje werden we de berg ingehobbeld
en kregen daar te zien hoe door de inzet van machines het werk van de kompels
in de loop der jaren behoorlijk is veranderd. Voor 15€ per persoon krijg je
toegang tot de mijngebouwen (waar je niet alleen de geschiedenis van de “Bergbau”
te zien krijgt, maar ook een fotoreportage van een door Christo ingepakt transportwagentje; men noemt
het kunst) en één rondleiding.
Omdat we niet zoveel gereden hadden, het systeem van
zonnepanelen gebaseerd is op zon en niet op regen (anders noemde men het wel
regenpanelen) en een douche (niet in ons kleine hokje) ook lekker zou zijn, vinkten
we ACSI-camping Prahljust in Clausthal-Zellerfeld in de gids aan en vertelden
Ome Tom vervolgens naar welke nummertjes hij ons moest leiden (experts noemen
dat coördinaten invoeren). Volgens het boekje 15€, maar met 2 x 1,50€
toeristenbelasting en een eurootje Müllgebühren (afvalstoffenheffing) ben je
niet echt goedkoop uit. Voor die prijs kregen we dan wel weer een aardige
receptionist, een verwarmd sanitairgebouw, een (leegstaand) overdekt zwembad,
een stopcontact om via een draadje de accu’s te vullen en een
vuilwaterloospunt. De ijzige wind en de regenbuitjes kregen we er gratis bij. Omdat
we de bus op een camperplaats van deze terrassencamping (met redelijk verharde
grond) hadden neergezet (uitkijkend over een meertje) hadden we nergens last
van, maar ongetwijfeld is het bij goed weer nog meer een supercamping. Buiten
stormde het, binnen was het weer gezellig. W is inmiddels voorzien van een
e-reader MET verlichting, dus daar heb je weinig last meer van: van vijf tot
half acht ligt ze op bed te lezen terwijl ik in mijn stoel even een uurtje nadenk over de
toestand in de wereld en me daarna met de warme hap ga bezighouden. Overigens: de zelfgemaakte erwtensoep (wel thuis gemaakt
en ingevroren) paste uitstekend bij het weer.
We hebben Clausthal-Zellerfeld alleen maar vanuit de bus
gezien (sorry, ik lieg: bij de Lidl zijn we even uitgestapt en hebben we wat essentiële
levensbehoeften gekocht, hapjes voor bij de borrel en zo). Clausthal is een voormalige mijnstad. Het toeristische
gedeelte ligt in Zellerfeld met de Kulturmeile (alle bezienswaardigheden te
zien gedurende een wandeling van 1,6 kilometer; daar houd ik van! Ik weet niet
of het mijnwerkersmuseum ook tot Kultur gerekend wordt). Deze keer niet! Nog maar een keer
terug dus, bij beter weer. Nemen we meteen Herberg am Harz mee, schijnt een mooi
bewaard Schloss te hebben.
zondag 20 november @ Göttingen
De ijzige wind lokte ons niet naar
buiten, dus het werd een echt latertje: pas na elven (voor ons doen absurd
laat) gaven we ons Puzzeltje de sporen en vertelden hem vriendelijk ons naar het
Grenzlandmuzeum Eichsfeld te rijden. Af en toe op het juiste moment een rukje
aan het stuur, een trapje op één of twee van de pedalen en Puzzel kon goed
luisteren!Het grenslandmuseum Eichsfeld is gevestigd in het voormalige douanekantoor van de grensovergang Duderstadt – Worbis (overigens is de overgang pas ergens begin jaren 70 geopend). Het museum laat de geschiedenis zien van de “Innerdeutschen Grenze” en de invloed van de grens op de bevolking en het landschap in het grensgebied van zowel de DDR als de Bondsrepubliek.
Direct na de Tweede Wereldoorlog was de grens slechts een demarcatielijn tussen de westerse en de sovjetbezettingszone van Duitsland. In 1949 werden de DDR en BRD opgericht. Pas in 1952 (dus 7 jaar na het einde van de oorlog) werd aan de Oost-Duitse zijde een 5 kilometer brede Sperzone ingesteld, waar je alleen met een speciale vergunning mocht komen en/of verblijven. Langs de echte grens werd een tien meter brede veiligheidsstrook van alle begroeiing voldaan en werd een hekwerk neergezet van uiteindelijk 1393 kilometer lang. Aan de ene kant de alom aanwezige geur van bruinkool en de uitlaatgassen van de Trabants en aan de andere kant zal het ongetwijfeld ook gestonken hebben, alleen zijn we de geuren-van-het-westen gewend.
Na de hereniging van de twee
Duitslanden en de ontmanteling van alle “verdedigingswerken” bleef er een
groenstrook over die liefdevol “das grüne Band” wordt genoemd. Alleen die lange
strook groen, af en toe een museum of herdenkingspunt en veel borden “hier was
eens…”, verder is er weinig meer van de grens overgebleven.
Na het museum en het (bijna
verplichte) bezoek aan de Grenzlandimbiss (zwei Pommes und eine Bratwurst bitte)
op zoek naar Duderstadt, een stad met 20.000 inwoners en een goed bewaard
gebleven middeleeuwse kern (oorsprong stad: ongeveer 929) met meer dan 600
vrolijk geschilderde vakwerkhuizen. Daarmee behoort Duderstadt tot de
belangrijkste vakwerksteden van Duitsland. We hebben de bus op CP549 (Parkplatz
Adenaurerring) neergezet en het wandelpad door het park naar de Altstadt
genomen en inderdaad een paar mooie kerken, vrolijk geschilderde vakwerkhuizen
en een leuk marktplein gezien. De CP kon ons niet zo bekoren (soms heb je dat),
dus een gratis plek ingeruild voor het Badeparadies Eiswiese in Göttingen, waar
we voor 9€ een parkeerkaartje uit een automaat konden toveren en vervolgens een
stroompaaltje voorzagen van 2 x 50 cent voor 2 kwh stroom (voldoende voor een
avondje lampjes, een nachtje koelkast en het laten werken van de waterpomp en
de aansturing van het Trumagebeuren – kachel en boiler). Eigenlijk zitten we
dan al niet meer in de Harz, maar een kniesoor die daar op let.
Een briefje achter het raam: “we
konden geen parkeerkaartje vinden, graag even melden bij de kassa van het
zwembad”. Kaartje was er wel, maar niet zichtbaar. Foutje van ons, maar toch "Entschuldigung"
van de kassajuffrouw. Via een toeristische route naar Paderborn, camperplaats
am Rolandsbad (yep: direct neben dem Freibad, weer een zwembad dus). Nu voor 5€
een kaartje trekken en weer een paar 50-centstukken in de stroomautomaat. We
weten nu dat we voor 1€ alle elektrische systemen aan de praat hebben tot de
volgende ochtend.
Fietsen voor het eerst afgeladen en/of uitgepakt en banden opgepompt en een ongelooflijk mooie tocht gefietst (af en toe een blik op een kaartjesbord aan de kant van de weg en soms een richtingaanwijzer bestuderen) langs Schloss Neuhaus, de rivier de Lippe en de Lippesee (waarbij je je moet bedenken dat een See een meer is en een Meer een zee, behalve Ostsee en Nordsee, want Zandvoort ligt wel aan das Meer en niet aan See; zoiets was het toch? Nu nog overal de juiste naamval erbij en we zijn weer terug op de middelbare school: Mensch, ist das eine lange Zeit her!)
Overigens: over vertalingen
gesproken! Ik kwam de volgende Googlevertaling tegen:
“Wil je echt te ontsnappen, te ontspannen en vind ontspanning van de dagelijkse stress tijden? Dan heb je de camping stop te kijken”.
Voor wie hier geen soep van kan koken en een beetje Duits in zijn pakket heeft gehad, het origineel:
“Sie wollen dem Altagsstress mal wirklich entfliehen, abschalten und Entspannung finden? Dann haben Sie mit unserem Campingplatz genau das Richtige gefunden”.
Toen we ons rondje "See und so" bijna hadden
voltooid, bleek er nog een uurtje te zitten tussen “het nu” en “het donker worden”, dus
even naar het centrum van Paderborn. Nee: geen wereldplek, geen historische
Altstadt, maar wel een gerestaureerde kathedraal en een (al actieve) kerstmarkt.
Het glaasje Glühwein hebben we maar aan onze neus voorbij laten gaan: 4€ voor
een plastic bekertje warme Aldi-huiswijn is niet echt een vriendelijk prijsje,
ook al zit er een (vingerhoedje) Schuss in. De borrel wachtte “thuis”: een
biertje voor B en een glaasje ranja voor W. En toen werd het weer avond en
gezellig.“Wil je echt te ontsnappen, te ontspannen en vind ontspanning van de dagelijkse stress tijden? Dan heb je de camping stop te kijken”.
Voor wie hier geen soep van kan koken en een beetje Duits in zijn pakket heeft gehad, het origineel:
“Sie wollen dem Altagsstress mal wirklich entfliehen, abschalten und Entspannung finden? Dann haben Sie mit unserem Campingplatz genau das Richtige gefunden”.
dinsdag 22 november @ home
In Lüdinghausen stond het maken van
een foto van de grote Maggifles bij de Maggifabriek aan de Julius Maggistrasse
op het programma. De Julius Maggistrasse wel gevonden, maar die verrekte fles
was niet te bekennen. Julius Maggi is de oprichter van het Maggibedrijf. Hij
begon met het maken van kant-en-klaar-soepen waarvan peulvruchtenpoeder naast
smaakstoffen een belangrijk ingrediënt vormde. We zitten dan in de laatste
twintig jaar van de 19e eeuw, dus nu al zo'n 150 jaar pakjes- en zakjescultuur! Ook lanceerde hij het Maggi-aroma in
het bruine flesje met de lange hals. Dit product werd zo populair dat de
kruidenplant lavas, die een soortgelijke geur heeft, in de volksmond maggikruid
ging heten, ook al is deze plant helemaal geen bestanddeel van het aroma.
W moest nog even oude herinneringen
ophalen in Haltern am See (heel vroeger vaak geweest).
Eigenlijk hadden we nog een dag om
Raesfeld te doen, een rondje fietsen om het kasteel of zo; immers pas op
woensdagmiddag stond er weer een “verplichting” in onze
PostcodeLoterijVoordeelAgenda. Een algemene ongesteldheid van B. zorgde er voor
dat we wel even Raesfeld bezochten (waar W even een paar foto’s van het kasteel
heeft gemaakt), maar al snel weer in het Puzzeltje zaten met als eindbestemming
“thuis”. Raesfeld heeft een schitterende camperplaats met goede voorzieningen.
Er is een wc aanwezig (was goed schoongemaakt, dus het was een prinsheerlijk zitten). De douche schijnt alleen koud
water te geven (van naar-horen-zeggen; niet uitgeprobeerd: ik was nog niet
smerig genoeg). Raesfeld is één van onze eerste bestemmingen in het nieuwe jaar
(als de Puzzel weer van stal wordt gehaald). Om de temperatuur hoeven we het
niet te laten: de kachel kan aan en verder bestaat er geen slecht weer, alleen
slechte kleding. Het was weer leuk.
Tot volgend jaar.