noordpolderzijl

noordpolderzijl

dinsdag 1 oktober 2024

romantiek op de oude dag – 5: ook de wörnitz kabbelt

Kennissen die dit jaar in Spanje op vakantie waren met hun camper vroegen aan mij of ik wist waarom dat juist in de zomer zoveel camperplaatsen gesloten zijn. Laat ik dat nu net een paar weken geleden gehoord hebben van een campervriend tijdens een sociaal praatje op een cp. Het heeft te maken met de Spanjaarden zelf. Dat zijn heel aardige mensen, alleen verschrikkelijk wanneer het op kamperen aankomt. Van 1 juli tot 15 september is de Spaanse vakantieperiode en de Spanjaarden hebben het zelf verpest. Heb regelmatig meegemaakt dat een camper arriveert om 23:00 uur, de kinderen gaan nog een partijtje voetballen en de barbecue wordt nog een beetje aangestonken. Ga er absoluut niks van zeggen, voor je het weet ben je een zeikerd. Het enige voordeel van het kampeergedrag van Spanjaarden is dat je 's morgens tot een uur of tien geen last hebt van kinderen, die slapen. Behalve baby's dan.

Wie die pedofiel was op de foto in het vorige blog, wilde S te W weten. Foei S te W: niet elke priester is of was een pedofiel. Het gaat om Christoph von Smid, die leefde rond 1800 en naast priester, schrijver van kinderverhalen en pedagoog was. Zijn verhalen waren erg populair en werden in veel talen vertaald. Het bekendste werk is Das Blumenkörbchen (vertaald in het Engels The Basket of Flowers). Het beeld is gemaakt door ene Maximilian Ritter von Windmann in 1859.


dinsdag 1 oktober: @ dinkelsbühl

Na een fijne, rustige nacht is het met twaalf graden (binnen) goed wakker worden. Rondetafelconferentie met als resultaat: we blijven nog een dagje in Dinkelsbühl en we houden het nog wel een paar dagen samen vol. Het blijft droog, de zon komt regelmatig haar neusje door de wolken prikken en het wordt zo'n 15 graden vanmiddag. Met een matige wind erbij is het ideaal fietsweer. Morgen gaat het waarschijnlijk regenen, dan gaan we wel verkassen. Donauwörth ligt ook te ver naar het zuiden, want elke kilometer die je naar het zuiden aflegt moet je naar het noorden terugrijden. Had een uitspraak van die voetballende filosoof met nummer 14 op zijn rug kunnen zijn.

Onze fietstocht van vandaag (wederom een heen-en-weertje) ging naar Feuchtwangen, één van de pittoreske stadjes aan de Romantische Strasse. Een deel van de rit liep langs de Wörnitz (inderdaad de Wörnitzradweg) zo'n kabbelend riviertje dat ontspringt op de Frankenhöhe en uiteindelijk zijn water laat weglopen bij Donauwörth, je raadt het al: in de Donau. Heel ander watertje dan de Tauber. De De Wörnitz is bekend om zijn talrijke meanders en wordt daarom ook Schlangenfluss (slangenrivier) genoemd. Varen kun je vergeten: zelfs voor kano's vormen de talrijke stuwen, nodig om de watermolens van voldoende power te voorzien, vrijwel onneembare hindernissen. Om je een idee te geven van de tocht hier een overzicht van de “ondergronden” die Komoot voor ons selecteerde: onverhard 1,3; kasseien 3,2, verhard 14,5, asfalt 10,9, onbekend 2,4. Kun je niet zeggen dat je niet volledig informeer. Mis ik alleen wat want mijn telwerk komt op 33,8 uit en alle cijfers moeten kilometers voorstellen.



Oud dat Feuchtwangen. Al aan het begin van de negende eeuw wordt de plaats genoemd: er lag een klooster en omdat de monniken een hoop relikwieën hadden (onder andere een spijker van het kruis van Jezus)
was Feuchtwangen in de katholieke tijd een belangrijk bedevaartsoord. Naast het klooster ontstond een dorp dat in de tweede helft van de twaalfde eeuw tot stad werd uitgeroepen. Oud stadje met het bekende werk: muren en poorten (drie stuks) en natuurlijk veel vakwerkhuizen. In tegenstelling tot Dinkelsbühl is er van de muur niet veel meer over: in de negentiende eeuw zou en moest Feuchtwangen een aansluiting op het spoorwegnet krijgen en dat betekende dat de sloophamer gehanteerd werd. De eens bloeiende treinverbinding Nördlingen via Wallerstein, Dinkelsbühl en Feuchtwangen naar Dombühl bestaat al jaren niet meer. Kon daarover op de website van de Romantische Stasse onder het kopje “Romantische Schiene” het volgende vinden: “Toen in 1971 de verbinding Dombühl-Rothenburg werd stilgelegd en kort daarop de spoorlijnen werden afgebroken, verloor het traject meer en meer aan populariteit. De spoorwegen deden ook zichzelf concurrentie aan door treinen te schrappen en daarvoor parallel rijdende bussen in te voeren. Zo kwam het dat op 1 juni 1985 om 12:19 uur de laatste geplande personentrein het station van Feuchtwangen verliet in de richting van Nördlingen”. Langs het spoor kwamen we borden tegen dat de gemeente hout heeft gestort om zeldzame hagedissen (Eidechse) een romantisch leven te laten leiden.


De stad is rijk aan musea, maar helaas is daar onze museumjaarkaart niet geldig. Als het gaat regenen hoef je je dus niet te vervelen en kun je op bezoek gaan bij het Sängermuseum (inderdaad over zangkoren) of het Heimatsmuseum (ingerichte woonvertrekken van boeren en burgers met veel porselein en aardewerk). Gingen we gisteren te voet door een oude stad, vandaag mocht het op mijn manier en wel op de fiets. We kwamen wel tot de ontdekking dat we een paar weken te vroeg in Feuchtwangen zijn: van 18 tot en met 20 oktober wordt hier de middeleeuwse markt gehouden, één van de vele evenementen waar de stad bekend om staat. Hoogtepunt is natuurlijk de jaarlijkse kerstmarkt. Kwamen onszelf nog tegen op de voormalige Schweinemarkt. "Wordt toch tijd dat we morgen een camping met een goede douche gaan boeken", sprak W.

Onze indruk? Och, aardig plaatsje maar vergeleken bij bijvoorbeeld Dinkelsbühl een beetje sfeerloos. De Marktplatz was met zijn Röhrenbrunnen, het barokke stadhuis en een groot aantal vakwerkhuizen wel interessant maar de Weinmarkt van Dinkelsbühl is duizend keer mooier. Kan natuurlijk zijn dat we een beetje vakwerkhuisjesmoe aan het worden zijn. Tijd om morgen te verkassen.


Tegen tweeën waren we thuis en kreeg W eindelijk haar koffie waar ze zo naar verlangd had. Kreeg ze van mij niet in Feuchtwangen: Duitsers kunnen geen koffie zetten tenzij ze een Italiaanse achtergrond hebben en een ijssalon annex café uitbaten. Hadden ze niet daar in de stad, hebben het niet gevonden in ieder geval. Mijn wederhelft mocht het doen met een beetje mineraalwater uit een flesje en een mueslireep. En dat alles nuttigen op een bankje bij de voormalige kloosterkerk. Nog even een blik geworpen op het oude Marienaltar in de kerk. Na de koffie (thuis) ging W nog even uitvoerig aan de wandel en daarna was het tijd om samen de Edeka aan de overkant te plunderen.








Je merkt het al: een mooie dag. En morgen? Morgen is er weer een dag. We gaan toch maar voorzichtig aan naar het noorden.

maandag 30 september 2024

romantiek op de oude dag – 4: nog meer vakwerkhuizen

De meeste mensen die we op dit ogenblik op reis tegenkomen zitten in het derde deel van hun leven. Hoorde iemand laatst zeggen: “da's ongeveer hetzelfde als het laatste ritje naar de uitgang”. Beetje cru, maar er zit een kern van waarheid in. Zit wel vaker te peinzen over dat laatste stukje. Let op: peinzen, niet piekeren. Heb niks te piekeren, tenminste niet op dit moment. Nou ja, iets met de ogen, iets met de oren, iets met de vaten, maar dat is dan ook alles (geloof ik). Statistisch worden mannen 80 jaar, heb het dan niet over eventuele variaties met betrekking tot gezondheid en leefpatroon. Maar heb ik daar wel wat mee te maken? Ik word 100, het zijn de anderen die vroeg overlijden: kijk maar in de krant! Dit derde deel bevalt me wel. Ga even niet letten op wat er op mijn achterste gestempeld staat: THT (ten minste houdbaar tot) of TGT (te gebruiken tot) ....

maandag 30 september: @ dinkelsbühl

Nadat we bijdehante dreumesen kapucijners en sperziebonen hadden laten eten (twee keer de spellingtest want maandag), de koffie hadden laten indalen, ons bezig hadden gehouden met eenvoudig doch noodzakelijk poetswerk en vloeistoffenpret en niet in de laatste plaats de kassa van de camping wat aangevuld hadden (ruim € 27,00 per nacht), werd het tijd om de Romantische Strasse op te zoeken en inderdaad: daarvoor zouden we weer vier kilometer terug naar Creglingen moeten. Die L1005 kennen we inmiddels wel en als je bij de Herrgottskirche bent is het nog maar een klein stukje en je bent in Creglingen. Overigens was die kerk gisteren open maar de (Evangelische) kerkgemeente had weer eens dollartekens in de ogen. Staat allemaal haaks op het gegeven dat de Herrgottskirche een fietspadkerk is. Nee ik verzin het niet ter plekke. Volgens Wikipedia zijn “fietspadkerken [….] een bijzondere vorm van betrouwbaar open kerken . Ze nodigen uit tot spirituele reflectie en toewijding. Ook garanderen ze fietsers een geschikte rustplek, toegang tot toiletten en informatie over de ligging en bezienswaardigheden in de regio”. Immers: lijkt me niet dat je jezelf een “open kerk” mag noemen en 4 € toegang gaat heffen. Misschien dat we als fietser een andere ingang hadden moeten nemen of moeten vertellen dat we op het Fahrrad de kerk bezochten? Even voor de volledigheid: in 2001 werd ergens in Thüringen een kerk aangewezen als fietspadkerk. In 2009 besloot de Evangelische Kerk het uniforme label “Radwegekirche” in te voeren, dat ook uniforme normen met zich meebracht. Deze normen zijn ook overgenomen door katholieke fietspadkerken. Geen Creglingen dus vandaag. We zijn bij de camping eigenwijs rechtsaf geslagen en voor een deel onze eigen Romantische Strasse samengesteld.

Eindpunt van deze dag was Dinkelsbühl, maar dat lag niet op loopafstand, het duurde zelfs met onze bus ruim anderhalf uur langs de toeristische route. Maar goed: dan heb je opnieuw uitzicht op Rothenburg ob der Tauber, dat we gisteren met een bezoek hebben vereerd. We kwamen daar vandaag dwars doorheen en gelukkig zagen we ook nog een tankstation. Puzzel had dorst inmiddels. Zag gisteren op de fiets in Rothenburg al een bordje staan met “Frankenhöhe”, een bosrijke natuurpark. Midden in dat natuurpark ligt het officieel erkende herstellingsoord Schillingsfürst. We zijn min of meer gezond, dus weinig van gezien. Feuchtwangen hebben we links laten liggen, misschien gaan we er morgen op de fiets naar toe. Meest interessante item onderweg was de waterscheiding tussen de Donau en de Rijn ergens boven op bult. Spectaculair, nee: alleen een bord gaf aan dat er sprake was van een “Wasserscheide”.


Om half een waren we in het druilerige Dinkelsbühl, camperplaats op P2a, dichtbij het centrum. Een mixparkeerplaats waar in principe zowel auto's als campers kunnen staan. De plekken zijn niet heel groot, maximaal 8 meter en de breedte is drie keer niks: als het vol staat zit er nog geen 50 centimeter tussen de units. Gelukkig bevindt de brandweer zich aan de overkant. Voor ons een geweldige plek, want het staat lang niet vol. Het ligt op slechts een steenworp afstand van het historische centrum en de Edeka-winkel ligt er recht tegenover. Wij hadden de plekken voor het uitkiezen, en konden ook voor € 0,50/kwh aan de stroom. Parkeerkosten € 8,00 per 24 uur. Campervoorzieningen aanwezig en volgens W is het openbare toilet bij de brandweerkazerne  blinkend schoon. Ik zal het morgenvroeg testen. Een broodje van de Edeka en een bak koffie van barista B later op pad voor een stadswandeling Dinkelsbühl. Het was inmiddels droog.

Ook in Dinkelsbühl houden de middeleeuwse sferen nog niet op. Sterker nog, het stadje is onbeschadigd gebleven tijdens de Tweede Wereldoorlog en staat daarom bekend als één van de best bewaarde laatmiddeleeuwse stadskernen van Duitsland! Een echte aandachtstrekker is de oude verdedigingsmuur, deze is nog erg goed intact. Met zijn 2,5 kilometer kan je hier een fijne stadswandeling langs maken. Wanneer je verder het centrum inloopt, kom je overal langs prachtig historisch erfgoed: herenhuizen met indrukwekkende gevels, het tuighuis en het in rococostijl gebouwde kasteel van de Duitse Orde, een ridderorde die voor de gewonde kruisvaarders zorgde”. Tot zover de plaatselijke VVV. Onze wandeltocht was iets langer, namelijk net geen 4 kilometer. Nu kan ik alles wel gaan opsommen, bijvoorbeeld welke toegangspoorten we gezien hebben, maar we maken er maar een fotopresentatie van. Overduidelijk bleek wel het verschil in interesse: W maakte vooral foto's van (in mijn ogen kitscherige) uithangborden, terwijl ik meer van de torentjes en de poorten was (“Heb je nu nog niet genoeg torentjes gefotografeerd?”). Beiden vonden we de stadsmuur indrukwekkend. Die muur is goed bewaard gebleven en heeft nog steeds 16 torens en vier poorten uit de dertiende eeuw. Kortom zo'n stadje waar ik graag met een bloedgang doorheen fiets en zo links en rechts een blik werp op interessante dingen en W blij is dat ze al slenterend op elk hoekpuntje van de straat zich kan vergapen aan weer zo'n schitterend geveltje. Vandaag kreeg W haar zin, geen probleem. Speciaal voor C te L veel foto's.














V:
212.858; A: 212.931. Rijtemperatuur 10 graden. Ruitenwissers deden regelmatig hun best. Max 14 graden tijdens onze wandeling. Zon op/onder: 07:17/18:58. Best wel een mooie dag met het juiste weer op het juiste moment. Zometeen tijd voor een “eenvoudige doch voedzame avondmaaltijd” en daarna kunnen we in de avondstand. Goed vol te houden dit leven. En morgen? Morgen is er weer een dag. Het kan zijn dat we nog een dag blijven en een beetje gaan fietsen in de omgeving. Er schijnt een mooi fietspad te zijn naar Feuchtwangen, een groot deel daarvan volgt de Wörnitzradweg. Ook schoof W mij vanmiddag een aantal kant-en-klare fietstochten onder de neus. Zelf het ik Donauwörth in mijn achterhoofd, ligt nog zo'n anderhalf uur rijden naar het zuiden via de Romantische Strasse, de plek waar de Wörnitz in de de Donau stroomt. Ken het stadje vanwege het Donauwörth-incident. Eigenlijk meerdere incidenten die in 1606 en 1607 plaatsvonden. Samenvattend: het begon met een lokale ruzie tussen katholieke en lutherse inwoners van de stad, maar leidde uiteindelijk tot de bezetting en annexatie van de rijksstad door de katholieke hertog van Beieren. Het resulteerde uiteindelijk in de Dertigjarige Oorlog, een oorlog waarbij iedereen met iedereen ruzie had, niet alleen in Duitsland. We kunnen ook langzaam maar zeker terug naar Nederland, daar wordt het weer een stuk beter. Je ziet: de keuze is reuze. En dat is nu het leuke van reizen met een camper: je kunt alle kanten op, misschien zelfs de goede. Morgenvroeg bij de koffie hakken we de knoop door.

zondag 29 september 2024

romantiek op de oude dag – 3: na zes jaar opnieuw in rothenburg ob der tauber

Even terugkomen op een foto die ik geplaatst heb in blog 1 van deze reeks. Weer eens een bloem zonder naam. We fietsten langs een weiland vol paarse toefjes. “Lijken wel krokussen”, zei W. Foto maken en determineren met PlantNet leverde de “herfsttijloos” op, oorspronkelijk afkomstig uit West-Azië maar nu vrij algemeen in heel Europa met uitzondering van het noorden (wees gerust: heb ik ook niet van mezelf). Tip van de plaatselijke heks: kan gebruikt worden tegen geelzucht en als je een knolletje van de plant in de broekzak hebt voorkom je tandpijn en ben je gevrijwaard van de pest.


Het groentevrouwtje (kunstwerk) van het vorige blog was lelijk, vonden velen. Hond met vaas (in Pijnacker) zou dit niet kunnen overtreffen. Heb het beeld wel eens eerder gepost dacht ik, maar voor de vergelijking hier nog een keer.

zondag 29 september: @ münster bij creglingen

De camping kookte gisteravond. Afhaalpizza's en ze waren nog lekker ook. En: de wonderen zijn de wereld nog niet uit, want we hebben hier uitstekende campingwifi en nog gratis ook. Een paar afleveringen Flikken Maastricht dus. Kachel aan, want koud buiten: 6 graden toen we naar bed gingen en dat zou nog verder zakken naar 4 in de loop van de nacht. Sokken aanhouden, deden we vroeger ook toen de ijsbloemen nog op de slaapkamerramen stonden. Al jaren niet meer gezien: ijsbloemen op het glas. Denk dat mijn kinderen niet meer weten wat het is: de komst van dubbel glas en centrale verwarming betekenden het einde van de natuurlijke kunst op het raam. Geen bloemen meer op het raam tegenwoordig, maar ijsblokjes in het glas. Temperatuur in de bus bij het opstaan vanmorgen (om half negen): zes graden. Minpuntje: heb vóór ons vertrek de gasvoorraad niet gecontroleerd.

Fietstocht via “Liebliches Taubertal” naar Rothenburg ob der Tauber, naar “echte” middeleeuwse sferen. Wel met handschoenen en de winterjas aan, de muts bleef nog net in de fietstas. We zitten een beetje van de Tauber af, dus het kostte Komoot en mij een beetje moeite om een prettige (da's een niet-te-veel-klimmen) route te vinden om de Tauberradweg op te pakken. Het werd uiteindelijk weer een heen-en-weertje, een lusje zou veel meer hoogtemeters opleveren. Er zat niks anders op: de tocht ging weer via Creglingen. Beetje zoeken daar, want ook op een fietsroute kennen ze Bauarbeiten. Detailkaart van onze zoektocht in Creglingen aan het einde van dit blog. Volgende highlight was Archshofen, een gat van niks, zo'n 350 inwoners. Toch al heel oud want het dorp komt al in 807 in de papieren voor. Leuke van deze plaats: als je in de kroeg met de naam Holdermühle gaat zitten (ongeveer 2,5 km stroomopwaarts de Tauber) zit je òf in Baden-Württemberg òf Beieren: de staatsgrens tussen de twee Bundesländer loopt dwars door de toko. Gemaakte foto is verdwenen, maar schaapjes doen het ook altijd goed. Dat pukkeltje in het midden van onderstaand hoogtekaartje is Rothenburg, strategisch gelegen op een bult zoals veel middeleeuwse stadjes: kon je de vijand al van verre zien aankomen. Wij ook, alleen was die bult onze vijand. Hellinkjes tot 10 procent. De vorige keer toen we hier waren mochten we lopend naar boven.

't Is dat W van het vrouwelijke geslacht is, anders zou ze natte dromen krijgen van Rothenburg. Zij kan genieten van die vakkundig geplaatste balkjes die ze dan vakwerkhuizen noemen. Ik hou er ook wel van maar dan moeten die dingen wel op een bepaald museum staan en Los Hoes of Rosoliemölle heten. Lijk wat dit soort stadjes aangaat op de broer van W: we krijgen allebei de kriebels in zo'n gat. En dan staat er nog wel in een toeristenfoldertje: “Wanneer je door het oude centrum loopt, lijkt de tijd volledig stil gestaan te hebben: letterlijk overal zie je de middeleeuwen terugkomen in de kleurrijke vakwerkhuizen en bij de onderdelen van de allereerste stadsmuur van de stad. Dat laatste is ook waarom de stad door de regio zelf de stad van de 42 kostbaarheden genoemd wordt, want de schaduw (*) van de stad zou bestaan uit 42 poort- en weertorens! In de stad zit ook het bekendste kerstmuseum van Duitsland waarin je alles leert over het kerstfeest in Duitsland, natuurlijk kun je hier ook al je kerstinkopen doen. Met zo’n bekend museum is het ook niet gek dat de kerstmarkt hier erg beroemd is!” (*: waarschijnlijk een verkeerde Googlevertaling, denk dat ze "schatten" bedoelen in plaats van "schaduw"). De toptijd van Rothenburg liep van 1274 tot 1803 toen het een keizerlijke stad was. Simpel gezegd: een keizerlijke stad was geen verantwoording schuldig aan iemand, behalve aan de keizer zelf.







Valt er nog meer te vertellen? Jazeker, maar “weet je te beperken” was de tip van W. Anders had je nog een bladzijde tekst gehad over de verschillende molens die hier in de buurt veelvuldig voorkomen. Watermolens, inderdaad! Zo moet je het doen met alleen de foto van de Langenmühle (onder de rook van Rothenburg) en mis je het verhaal, nou ja missen?



Een mooie dag. Zo'n 47 kilometer op de fietsteller. Prima fietsweer, half bewolkt. Graad of 14. Was wel meer werken dan fietsen, maar best te doen. Slapen we goed vannacht, zullen we maar zeggen. En morgen? Morgen is er weer een dag. We pakken de Romatische Strasse opnieuw op en rijden “binnendoor” naar Dinkelsbühl. Er schijnen daar verschillende Wohnmobilstellplätze te zijn, dus we gaan na een paar dagen luxe op de camping een nachtje primitief doen.